Online sociale netwerken niet interessant voor senioren? No way! Een kwalitatief onderzoek naar de mate van activiteit en factoren die verschillen in activiteit op online sociale netwerken onder senioren verklaren.
Summary
Dit onderzoek betreft een wetenschappelijk onderzoek dat inzicht geeft in het gebruik van online sociale netwerken door senioren in Nederland. Het doel van dit onderzoek is om zowel op wetenschappelijk als maatschappelijk vlak, kennis te vergaren omtrent het online sociale netwerkengedrag van de Nederlandse senioren en de factoren die verschillen tussen senioren daaromtrent verklaren. Aan de hand van dit onderzoek is het mogelijk om antwoord te geven op de beschrijvende vraag: “In welke mate zijn senioren actief op online sociale netwerken?”, op de verklarende vraag: “Welke factoren verklaren verschillen in activiteit op online sociale netwerken tussen senioren onderling?” en de adviesvraag: “In hoeverre en op welke manier kunnen private organisaties online sociale netwerken inzetten om senioren te bereiken?” De opgedane kennis heeft geleid tot een aantal aanbevelingen die private organisaties kunnen opvolgen op het gebied van online sociale netwerken om zodoende de senioren via online sociale netwerken te bereiken.
Vanuit de onderzoeken van Deursen en van Dijk (2014) en Coirtois en Verdegem (2016) werd een grijze kloof tussen senioren verwacht omtrent het gebruik van online sociale netwerken. Dit betekent dat er verschillen aanwezig zijn binnen de groep senioren omtrent het gebruik van online sociale netwerken. Vanuit deze verwachting is het Technologie Acceptatie Model (TAM) model gebruikt om te verklaren waar de mogelijke verschillen in het gebruik van online sociale netwerken door senioren vandaan komen. Vanuit deze theorie worden drie determinanten als belangrijk geacht voor het accepteren van online sociale netwerken door senioren, namelijk: waargenomen nut, waargenomen gebruiksgemak en waargenomen plezier. In dit onderzoek wordt verwacht dat externe individuele en sociale factoren deze determinanten beïnvloeden met als gevolg dat er verschillen in acceptatie en gebruik van online sociale netwerken door senioren ontstaan.
Met behulp van CBS-data, een online community, waaraan 49 55-plussers deelnamen, en diepte-interviews met zes actieve en zes niet-actieve senioren op online sociale netwerken zijn de verwachtingen vanuit de theorie getest.
Aan de hand van de data blijkt dat er significante verschillen zijn tussen groepen senioren in de leeftijdscategorieën 55-65, 65-75 en 75-plus met betrekking tot de mate van gebruik van online sociale netwerken. De groep 55-65-jarigen zijn op dit moment het meest aanwezig op online sociale netwerken. De groep 65-75-jarigen krijgt steeds meer interesse in online sociale netwerken en is daardoor groeiend met betrekking tot de aanwezigheid op online sociale netwerken. De groep senioren die het minst aanwezig is op online sociale netwerken is de groep met daarin de 75-plussers. De meerderheid van de senioren die actief is op online sociale netwerken gebruikt voornamelijk Facebook als online sociaal netwerk. Aan de hand van de resultaten blijkt dat individuele (leeftijd, verouderingsproces en sekse) en sociale factoren (sociaal kapitaal, sociale steun en sociale beïnvloeding) van invloed zijn op de drie determinanten en zorgen voor de verschillen tussen senioren met betrekking tot hun activiteit op online sociale netwerken.
De aanbevelingen die private organisaties kunnen opvolgen betreft de rol die ze moeten innemen om senioren met online sociale netwerken te bereiken, zijn voornamelijk gericht op onlinecommunicatie op online sociale netwerken. Op dit moment zijn communicatie-uitingen via online sociale netwerken gericht op senioren nog relatief onbekend terrein voor zowel de private organisaties als voor senioren. Op dit moment voelen senioren zich niet aangetrokken door de communicatie-uitingen van organisaties op online sociale netwerken. Om ervoor te zorgen dat senioren wel worden aangetrokken door de communicatie-uitingen van organisaties op online sociale netwerken, is het voor private organisaties van belang relevant te zijn voor senioren. Om te zorgen voor relevantie en interesse bij senioren is het van belang om je als organisatie te focussen op een bepaalde groep binnen de senioren. Een zeer interessante groep is op dit moment de 65-75-jarigen aangezien deze groep steeds actiever is op Facebook. Daarnaast moeten de senioren zich herkennen in de boodschap. Het is daarom interessant voor marketeers om herkenbaarheid te creëren door niet te focussen op hoe oud de senioren daadwerkelijk zijn, maar op hoe de senioren zich voelen; fit, actief en nog lang niet oud. Het gebruik maken van foto’s en video’s zorgt tevens voor het wekken van interesse bij de senioren. Als laatste aanbeveling is het voor private organisaties interessant om meer in te spelen op de mogelijkheden van location based campagnes. De lokale omgeving voelt voor senioren als betrouwbaar en is daardoor interessant. En wil je tot slot als private organisatie de oudste senioren bereiken? Kies dan juist niet voor (marketing)communicatie-uitingen via online sociale netwerken.