Supranationaal toezicht op Europese banken: een kwestie van eigenbelang of opgelegde wil?
Summary
Naar aanleiding van de kredietcrisis en de Europese staatsschuldencrisis hebben veel banken een zogenoemde ‗bail-out‘ nodig gehad: Europese soevereine staten moesten veel schulden van de banken overnemen opdat zij niet failliet zouden gaan. Het gevolg hiervan is dat de belastingbetaler is opgedraaid voor schulden uit de bancaire sector. De Europese Commissie heeft in 2012, op het hoogtepunt van de Europese staatsschuldencrisis, een voorstel ingediend om over te gaan tot gecentraliseerd toezicht op de bancaire sector, als onderdeel van een bankenunie. Dit gecentraliseerde toezicht (SSM) werd als oplossing gezien voor het falende toezicht door Nationale Banken op internationaal opererende commerciële banken. Landen moesten hiervoor wel soevereiniteit opgeven: de Nationale Banken van lidstaten zouden immers niet meer de toezichthouder zijn op de nationale bankensector. Waarom zijn Europese lidstaten als Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk wel of niet akkoord gegaan met dit voorstel? Was dit eigenbelang? Of hebben Europese instellingen als de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie de diepe crisis aangegrepen om soevereiniteit af te romen van deze lidstaten om zo diepere integratie klaar te spelen? Op basis van twee theorieën rondom Europese integratie (het neofunctionalisme en het liberaal intergouvernementalisme) probeer ik deze vragen te beantwoorden.