"En wanneer jij?": De vraagwoord-pronomenconstructie als een mogelijke vorm van ellipsis in het Nederlands
Summary
“Ik vond het een leuke film en wat jij?” Deze zin was de aanleiding die als inspiratie diende voor dit eindwerkstuk. In het tweede zinsdeel zijn er zodanig argumenten geomitteerd dat alleen het vraagwoord en het pronomen overblijven. Om die reden wordt de wat jij-constructie in dit werkstuk de vraagwoord-pronomenconstructie genoemd. Deze constructie komt tot stand door elliptische processen en het blijkt dat het uit verschillende pronomina en vraagwoorden kan bestaan.
Restricties van dit taalverschijnsel worden geïnventariseerd aan de hand van de bevonden resultaten uit het empirisch onderzoek. Deze geven aan dat constructies met het vraagwoord wanneer of het pronomen jij het meest welgevormd werden bevonden door de participanten, maar de constructies die verwezenlijkt zijn met zwakke pronomina werden daarentegen altijd ongewelvormd bevonden.
Middels de welgevormde wanneer jij-constructie wordt er vervolgens onderzocht welke vorm van ellipsis het best toepasbaar is op de vraagwoord-pronomenconstructie. Dit is vastgesteld door gebruik te maken van de elliptische vormen ‘stripping’ en ‘sluicing’. Door middel van verschillende tests wordt er vastgesteld dat de vraagwoord-pronomenconstructie een compilatie is van beide elliptische vormen.