Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorScholten, J.
dc.contributor.authorBonga, D.
dc.date.accessioned2017-08-03T17:02:27Z
dc.date.available2017-08-03T17:02:27Z
dc.date.issued2017
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/26628
dc.description.abstractIn het Standaardnederlands kunnen pronomina gescrambled en ongescrambled voorkomen. Dit komt terug in het corpusonderzoek van Van Bergen & De Swart (2009), hierover werd geconcludeerd dat alle pronomina weinig scramblen en dat dit te verklaren is door het verschil in structuur tussen pronomina en volle DP’s. In de literatuur wordt echter beschreven dat niet alle pronomina dezelfde structuur hebben (Van Craenenbroeck & Van Koppen, 2000; 2008; Déchaine & Wiltschko, 2002), waardoor het niet aannemelijk is dat alle pronomina zich hetzelfde gedragen. In dit onderzoek is vanaf de begripskant gekeken naar het verschil tussen zwakke en sterke objectpronomina en hoe deze zich gedragen wanneer ze ongescrambled voorkomen. Dit is onderzocht aan de hand van een vragenlijst, voorgelegd aan sprekers van het Standaardnederlands. Uit dit onderzoek is gebleken dat er aanleiding is aan te nemen dat zwakke en sterke objectpronomina zich anders gedragen in scrambling en dat dit deels toe te schrijven is aan de interne structuur.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent726941
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDat ik gisteren ‘m heb gezien: sterke en zwakke pronomina in scrambling
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsStandaardnederlands; scrambling; objectpronomina; deficiëntie
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record