De Wezen van Vrouwe Justitia: Stigmatisering Binnen het Basisonderwijs ten Aanzien van Kinderen met een Gedetineerde Moeder

Abstract

Kinderen met een gedetineerde moeder kunnen verschillende negatieve gevolgen van deze detentie ondervinden, waaronder stigmatisering. Het doel van deze studie was om te onderzoeken of basisschoolleerkrachten in Nederland, kinderen met een gedetineerde moeder stigmatiseren. Dit is onderzocht door de verwachtingen van leerkrachten (N = 379) over de competentie van deze kinderen te meten met behulp van de TEACHER-vragenlijst. Hieruit bleek dat leerkrachten kinderen met een gedetineerde moeder als minder competent beoordeelden dan kinderen waarvan de moeder afwezig was voor haar werk. Er werden geen verschillen gevonden tussen kinderen waarvan de moeder in detentie zat voor zware criminaliteit (poging tot moord) of veelvoorkomende criminaliteit (winkeldiefstal). Daarnaast verschilden de verwachtingen van leerkrachten niet op basis van de etniciteit van het kind, hoewel etniciteit wel een moderator bleek voor het verband tussen detentie van de moeder en stigmatisering door de leerkracht: dit verband bleek zwakker voor allochtone kinderen. Verder konden geen verschillen worden gevonden in de competentiebeoordeling door leerkrachten wanneer jongens en meisjes met een gedetineerde moeder werden vergeleken. Tot slot werden geen verschillen gevonden in de competentieverwachting van leerkrachten over kinderen met een gedetineerde moeder op basis van het aantal jaren werkervaring van de leerkracht. Deze resultaten kunnen gebruikt worden bij het opzetten van educatieve programma’s voor leerkrachten zodat stigmatisering voorkomen kan worden.