''Een manifest tegen onzedelijkheid'': De negentiende-eeuwse prostitutiestrijd door de Nederlandsche Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn
Summary
Deze bachelorscriptie bevat een onderzoek naar de Nederlandsche Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn (1884-1948). Gekeken is naar een drietal benaderingen over het beschavingsoffensief dat de protestantse Réveilstroming, waarvan deze Vrouwenbond deel uitmaakte, voerde met betrekking tot prostitutie. De benaderingen verschillen wat betreft de motieven die aan het activisme van het Réveil ten grondslag lagen. De eerste benadering heeft betrekking op een combinatie van morele hervorming en evangelisatie via filantropie, waarbij ervan uit wordt gegaan dat het Réveil, inclusief de Vrouwenbond, voornamelijk ‘getuigde en redde’ omwille van de eigen ziel, die gered zou worden door het bevorderen van zondebesef. Een andere benadering is gebaseerd op het idee dat de elitaire Réveilmannen en -vrouwen medelijden voelde met ‘gevallen vrouwen’ en daarom zorg voor hen ging dragen. De derde benadering beschrijft de zedenstrijd die de Vrouwenbond voerde als een streven naar vrouwenrechten en de herdefiniëring van sekseverhoudingen.
Allereerst zijn de drie theorieën uiteengezet, zowel wat betreft het Réveil in het algemeen als voor de Vrouwenbond specifiek. De kern van het onderzoek ligt echter besloten in Hoofdstuk II en III: op basis van handgeschreven bronnen en diverse publicaties zijn de motieven van belangrijke spelers in de strijd tegen prostitutie geanalyseerd tegen de achtergrond van de bestaande benaderingen. Wat betreft het gehele Réveil lijkt het bronmateriaal zich grotendeels te voegen naar de benadering met betrekking tot evangelisatie en eigenbelang. Wat betreft de Vrouwenbond is een transitie zichtbaar van diezelfde motieven naar het streven naar vrouwenrechten. Bovendien is voor de Vrouwenbond gepoogd een vierde motief te ontwaren, gelegen in het benadrukken van de eigen verhevenheid.