Hulpmiddel voor NT2-docenten. Een advies voor uniformering van acht verschillende docentenhandleidingen.
Summary
Welke rol de moedertaal speelt bij het leren van een tweede taal is een veelbesproken onderwerp. Er zijn veel onderzoeken naar gedaan, waaruit echter nooit één conclusie uit vast te stellen viel. Een aantal bekende hypotheses die op de vraag aansluiten, zijn de transferhypothese, de creatieve-constructiehypothese en de universele-grammaticahypothese. De eerste van de drie is voor dit eindwerkstuk de meest prominente. De visie van deze hypothese is dat de moedertaal invloed kan hebben op zowel een positieve als een negatieve manier bij het leren van een tweede taal. Hoe meer de moedertaal van de twee taal verschilt, hoe minder overeenkomsten er zijn, hoe moeilijk het voor de taalleerder zal zijn om de tweede taal aan te leren. Wanneer een NT2-docent deze verschillen of overeenkomsten tussen een moedertaal en het Nederlands kent, zal deze hierop kunnen inspelen waardoor het NT2-onderwijs efficiënter kan worden ingedeeld. Er zijn reeds acht handleidingen geschreven, voor acht verschillende moedertalen, die NT2-docenten kunnen gebruiken als naslagwerk naast hun cursus. Deze cursussen verschilden echter onderling van elkaar. Om er een eenheid van te maken, heb ik een opzet gemaakt als voorstel voor alle handleidingen, om zo een uniforme bundel te kunnen vormen. Dit zal voor de docent gemakkelijker in het gebruik zijn. Deze opzet is gebaseerd op feedback van NT2-docenten en op de huidige opzet van de handleidingen, waaruit een optimale opzet is gedestilleerd.