De ontwikkeling van zelfwaardering bij jonge kinderen in sociale context: een studie naar de rol van vroege kinderopvangervaringen

Abstract

Eerder onderzoek levert bewijsmateriaal dat er een belangrijke verandering optreedt in de manier waarop kinderen zichzelf evalueren tussen de vier en vijf jaar. Mogelijk spelen vroege kinderopvangervaringen hier een belangrijke rol in. De huidige studie onderzoekt of er een relatie bestaat tussen leeftijd, de opvangsituatie en instabiliteit van zelfwaardering in een populatie van 153 kinderen tussen de vier en vijf jaar (M = 4.5, SD = .6). De zelfevaluaties van de kinderen zijn gemeten met behulp van de PSPCSA (Harter & Pike, 1984) en zelftekeningen. Vroege kinderopvangervaringen zijn gerapporteerd door hun ouders. Uit de resultaten is gebleken dat vijfjarigen een minder instabiele zelfwaardering hebben dan vierjarigen. Dit geldt zowel voor de expliciete (op de domeinen cognitieve competentie, fysieke competentie en acceptatie door moeder) en impliciete zelfwaardering. Verder bleken kinderen met veel kinderopvangervaring een minder instabiele zelfwaardering te hebben dan kinderen met weinig opvangervaring. Tevens bleken zij een hoger niveau van zelfwaardering te hebben. Verder onderzoek is noodzakelijk om te bepalen hoe de eerste sociale ervaringen van een kind verwikkelt zijn bij de ontwikkeling van zelfwaardering.