De goede schoolmeester: het ideaalbeeld van de onderwijzer in het begin van de negentiende eeuw
Summary
In dit onderzoek is het ideaalbeeld van de onderwijzer in het begin van de negentiende eeuw onderzocht, zoals dat bij de overheid en het Rijksschooltoezicht gestalte kreeg. Het beeld is onderzocht vanuit de dimensie van didactiek, pedagogiek en professionalisering. Het is de eerste studie die op grondige wijze ingaat op het ideaalbeeld van de onderwijzer en vult daarmee de in andere opzichten omvangrijke onderwijsgeschiedenis van het begin van de negentiende eeuw aan. Er wordt bovendien beargumenteerd dat het huidige ideaalbeeld van de onderwijzer bij de overheid grotendeels overeenkomt met het ideaal van tweehonderd jaar geleden. Op basis daarvan worden er kritische vragen gesteld over de rol van de onderwijswetenschappen in Nederland.
In de studie wordt uitgewerkt dat de ideale onderwijzer in het begin van de negentiende eeuw een groot aantal vaardigheden had. Op didactisch gebied kon de ideale onderwijzer differentiëren, aansluiten bij de belevingswereld en verschillende vormen van denken aanspreken. Op het pedagogisch vlak was deze onderwijzer een voorbeeld in deugdzaamheid, een man die op vriendelijke en ordelijke wijze zijn leerlingen benaderde. De onderwijzer werd ten slotte geacht zich voortdurend verder te bekwamen in didactiek en vakinhoud. Het liefst deed hij dit in samenwerking met andere onderwijzers, op basis van intervisie en lesbezoek. Verdere details en context van dit negentiende-eeuwse ideaal zijn in het onderzoek uitgewerkt.