De avonden door andere ogen. Over auto- en hetero-image in de Nederlandse mediareactie op het nieuwe leven van Reves ‘oer-Hollandse klassieker’
Summary
De avonden (1947) van Gerard Reve is een van de bekendste romans van de Nederlandse literatuur. Over de grens kende de klassieker tot voor kort echter nauwelijks succes, zodat de opvatting ontstond dat de roman te stijl-, tijd- en cultuurgebonden zou zijn en daardoor niet of moeilijk vertaalbaar. Toch verscheen in 2016, zeventig jaar na dato, de eerste Engelstalige editie onder de titel The Evenings.
De uitgave kon op veel media-aandacht rekenen in zowel binnen- als buitenland. De ontwikkelingen rond The Evenings werden door Nederlandse media op de voet gevolgd. Die Nederlandse mediareactie vormt een vruchtbare casus voor onderzoek naar Nederlandse zelfbeeldvorming: als een oer-Hollandse klassieker in een nieuwe context gaat functioneren, wat gebeurt er dan met onze connotaties die gemeengoed zijn geworden?
Om die zelfbeeldvorming te onderzoeken worden in deze scriptie de begrippen auto-image en hetero-image gebruikt, ontleend aan Imagology (2007) van Beller & Leerssen. Binnen deze casus worden ze gedefinieerd als enerzijds het beeld dat Nederlanders van het Nederlandse karakter hebben (auto-image) en anderzijds het beeld dat vertegenwoordigers van het Engelse taalgebied van het Nederlandse karakter hebben (hetero-image). Daarnaast is aandacht voor de framing van The Evenings waarbij volgens de theorie van Van Es & Heilbron (2015) de nadruk op een ‘special quality’ gelegd zal worden vanwege de onbekendheid van de perifere Nederlandse literatuur. Met deze theorie als uitgangspunt worden in de methodesectie acht vragen gepresenteerd waarmee auto- en hetero-images in het mediacorpus in kaart gebracht zijn. Gezocht wordt naar uitspraken over het ‘typisch Nederlandse’ en de vermeende onvertaalbaarheid van De avonden door auteurs en interviewers van Nederlandse media en vertegenwoordigers van het Engelse taalgebied.
Het corpus beslaat de periode vanaf februari 2015, toen het eerste persbericht over The Evenings naar buiten werd gebracht, tot en met april 2017. Het bevat 26 artikelen uit nationale Nederlandse kranten en bladen en drie radiofragmenten. In de beschrijving van het corpus in zijn context tekent zich een succesnarratief af waarin het Nederlands Letterenfonds een aanwijsbare rol speelt.
Uit de kwantitatieve analyse blijkt dat beschrijvingen van De avonden als ‘typisch Nederlands’ en ‘onvertaalbaar’ in de meerderheid van de artikelen en fragmenten niet voorkomen, hoewel dit iets vaker wel het geval was in aangehaalde citaten van Engelse vertegenwoordigers. Ook viel op dat dit soort uitspraken vaker in columns en interviews voorkomen dan in nieuwsberichten.
Uit de kwalitatieve analyse bleek dat door meerdere Nederlandse auteurs en interviewers verondersteld werd dat men op de Engelstalige markt niet zat te wachten op De avonden vanwege het typisch Nederlandse karakter. In uitspraken van vertegenwoordigers uit het Engelse taalgebied komt dat Nederlandse karakter echter nauwelijks naar voren, integendeel: The Evenings wordt probleemloos en veelvuldig vergeleken met andere grote titels uit de moderne Europese literatuur. Hierin lijken zij gestuurd te zijn door de uitspraak van Herman Koch waarin op het achterflap van de roman gesteld wordt dat De avonden net zo’n klassieker was geworden als On the Road en The Catcher in the Rye als het in de jaren ’50 in het Engels was verschenen.
De uitspraken die door Engelse vertegenwoordigers gedaan worden over het Nederlandse karakter van de roman zijn bijna allemaal afkomstig van vertaler Sam Garrett, die daardoor eerder gekarakteriseerd kan worden als uitdrager van het auto-image. Dat zijn perceptie van De avonden als sleutel tot de Nederlandse cultuur geen navolging heeft gekregen in de presentatie van de roman is mogelijk te verklaren omdat wat hij het sombere aspect van Nederland noemt, geen herkenbaar hetero-image is.
Hoewel veel Nederlanders De avonden waarschijnlijk bovenal als een Nederlandse roman zouden beschrijven, en daarna pas als een existentialistische of Europese roman, is uit deze scriptie gebleken dat in de marketing van The Evenings ingezet is op dat laatste. Verder onderzoek naar de keuze voor het wel of niet framen met nadruk op het ‘typisch Nederlandse’ bij andere Nederlandse klassiekers die in het Engels uitgebracht worden zou interessant zijn. Op grotere schaal zou relevant zijn nader te onderzoeken of het Nederlands Letterenfonds in het aankaarten van Nederlandse titels bij internationale uitgevers een bepaalde koers vaart als het gaat om welke zelfbeelden benadrukt worden.