Wijsheid en Deugd
Summary
In de filosofie van de Stoïcijnen is de stoïsche Wijze het ideaalbeeld van de mens. Het hoogste doel is een deugdzaam leven. Dit wordt bereikt wanneer men leeft in overeenstemming met de natuur. De kosmos wordt aangestuurd door een onveranderlijke goddelijke wil, en alles is volgens de Stoïcijnen gedetermineerd. Alleen door middel van zekere kennis is een deugdzaam leven mogelijk en de Wijze is de enige die deze kennis bezit. De stoïsche Wijze is als enige vrij, en alleen hij kan moreel correct handelen. Ook heeft alleen de Wijze toegang tot kennis en de deugd, en daarmee tot geluk. Iedereen die geen Wijze is, wat bijna de gehele mensheid omvat, is een ongelukkige, onwetende, door en door slechte dwaas. Al in de oudheid stonden de Stoïcijnen bekend om deze 'paradoxen'. De manier waarop de Stoïcijnen deze radicale eigenschappen van de Wijze verdedigen is voor een groot deel gebaseerd op hun natuurfilosofie. Wanneer de stoïsche ideeën over de Wijze in de context van de gehele stoïsche filosofie worden geplaatst zijn de beweegredenen achter het toeschrijven van de extreme eigenschappen aan de Wijze beter in te zien. In deze scriptie wordt een historisch onderzoek gedaan, relevant voor de hedendaagse filosofie. Aan de hand van deze scriptie waarin de positie van de stoïsche Wijze duidelijk is gemaakt, kan verder onderzoek gedaan worden naar de manier waarop we in de huidige filosofie de stoïsche ideeën kunnen toepassen. In de moderne deugdethische filosofie kunnen we gebruik maken van begrippen als deugd, geluk en wijsheid, en de vervolmaking van deze begrippen zoals we ze vinden binnen het Stoïcisme.