Lully als Speelmuziek
Summary
In de laatste decennia van de zeventiende eeuw en de eerste decennia van de achttiende eeuw is er veel aandacht geweest voor muziek die hoofdzakelijk bestaat uit eenvoudige, dans- en liedmelodieën, die overwegend eenstemmig werd genoteerd en bedoeld was voor instrumenten als viool, fluit of hobo. Deze melodieën werden niet alleen gedrukt uitgegeven, maar ook handmatig opgeschreven.
Deze thesis onderzoekt een aantal melodieën in een laat-zeventiende-eeuws handschrift (handschrift Berkeley genaamd) die afkomstig blijken te zijn uit opera’s en balletten van Jean-Baptiste Lully. Aan de hand van analyses van titels, toonsoorten, vormstructuren, instrumentatie, melodie-omvang en volgorde in het handschrift, en daarnaast analyses van schrijfhanden, notatiekwaliteit en datering worden er verbanden gelegd naar de praktijk van deze speelmuziek in de late zeventiende eeuw.
Uit het onderzoek blijkt een opbouw volgens de orkestsuite, en de verschillende genres waaruit de melodieën afkomstig zijn (melodieën ontleend aan dramatische werken van Lully naast mondeling overgeleverde “ouwde airs”) en de bedoelde instrumentatie (viool, hobo en fluit) wijzen op het gebruik om deze melodieën louter te spelen, waarschijnlijk binnen gegoede kringen. Daarnaast wijst het tweede gedeelte (het “trompet-gedeelte”) dat een aantal signalen, een bataille en stukken met een trompetkarakter bevat op het gebruik binnen een militair milieu.
Tenslotte wordt door middel van een analyse van de ontwikkeling in het gebruik van Lully-melodieën voor contrafacten of als speelmuziek in de periode 1660-1750 een beeld geschetst van de plaats die handschrift Berkeley daarin inneemt. Deze ontwikkeling blijkt parallel te lopen met het gebruik binnen gedrukte uitgaven, en handschrift Berkeley neemt daarin een bijzonder positie vanwege de omvang en de expliciete Lully-aanduiding van de melodieën.