Libië tussen twee werelden: de EU, linkage en het transitieproces in Libië tussen 2011 en 2016
Summary
In 2011 viel tijdens de revoluties van de Arabische Lente het dictatoriale regime van Ghaddafi. Aanvankelijk was er veel hoop op een betere toekomst, maar in praktijk werd Libië in een ernstige chaos gestort die vijf jaar later nog niet was verbeterd. De EU was vanwege hun hulp aan de rebellen medeverantwoordelijk voor de situatie en ondervond hier door de vluchtelingenstroom en jihadisten zelf ook hinder van. De EU bood Libië daarom hulp in het transitieproces naar een stabiele democratie, maar deze steun heeft tot op het moment van dit schrijven niet tot het gewenste resultaat geleid. Dit onderzoek gaat niet in op de vraag hoe deze hulp eruitzag, maar richt zich op de vraag in hoeverre de hulp van de EU aan Libië tussen 2011 en 2016 op grond van de linkage-theorie van Levitsky en Way kans van slagen had. Daarnaast wordt in het onderzoek de theorie van Tolstrup toegepast om vast te stellen in hoeverre de houding van de Libische poortwachterelite het versterken van de bestaande binding faciliteerde. Dit onderzoek steunt voor zijn conclusies met name op wetenschappelijke artikelen en persberichten.
Uit dit onderzoek blijkt dat er slechts op economisch en geopolitiek vlak significante binding bestond tussen Libië en de EU en dat deze binding onvolkomen was. Daarnaast had de chaos in Libië een sterk negatieve invloed op de bestaande binding. Eveneens was er geen duidelijke poortwachterelite aanwezig die het versterken van deze binding faciliteerde. Waar deze wel aanwijsbaar was hadden deze een negatieve houding tegenover de EU. Op grond van deze bevindingen kan worden geconcludeerd dat de steun die de EU bood aan Libië weinig kans van slagen had.