De CIA en de politisering van inlichtingen. De moeizame relatie tussen regering en inlichtingen in de aanloop naar de invasie van Irak
Summary
Sinds de inval van Irak in 2003 is er veel kritiek op deze invasie geweest. Een van deze kritieken van onder andere James Pfiffner is dat de inlichtingendiensten gepolitiseerd waren door de regering van president Bush. Deze politisering betekent dat de inlichtingen die CIA verschafte niet objectief waren. In deze scriptie wordt aangetoond dat er echter geen sprake was van politisering. Er was eerder sprake van het ‘killing the messenger sydnrome’ dat uitgebreid wordt behandeld door Abram Shulsky en Gary Schmitt. Deze theorie laat zien dat de botsing tussen politieke beleidsmakers en inlichtingendiensten niet altijd hoeft te leiden tot politisering. Er kan ook sprake zijn van het negeren of anders interpreteren van inlichtingen. Deze scriptie analyseert eerst waarom de regering van president Bush Irak wilde invallen. Daarna is er aandacht voor hoe de uitspraken van de betrokken politici wel of niet overeenkwamen met de inlichtingen van de CIA. Als laatste wordt er aangetoond dat er inderdaad sprake was van het ‘killing the messenger syndrome’. Om tot deze conclusie te komen wordt gebruik gemaakt van CIA en andere inlichtingenrapporten. Deze worden vergeleken met de uitspraken van de betrokken regeringsleden. Dit onderzoek draagt bij aan het in kaart brengen van wat het ‘killing the messenger syndrome’ precies is en hoe het voorkomt. De inval van Irak biedt hier een uitstekende casus voor.