De associatie tussen taal-spraakontwikkeling en sociale interactie bij kinderen en adolescenten met FASD
Summary
Doel: Bij kinderen met Foetale Alcohol Spectrum Stoornissen (Fetal Alcohol Spectrum Disorders, [FASD]) kunnen er beperkingen zijn in het receptief en expressief gebruiken van taal, welke vaak tot uiting komen in interactie met peers. Ook in de sociale interactie kunnen deze kinderen disfunctionele gedragingen vertonen. In dit onderzoek werd gekeken of kinderen met verschillende FASD diagnoses diversiteit lieten zien in de taal-spraakontwikkeling en de sociale interactie. Daarnaast werd onderzocht of er een associatie is tussen deze twee ontwikkelingsgebieden en of deze relatie gemodereerd werd door de gestelde FASD diagnose.
Methode: De onderzoekspopulatie bestond uit 224 kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Met de kwalitatieve gegevens uit het diagnostisch klinisch interview werden de groepen FASD vastgesteld en de taal-spraakontwikkeling en sociale interactie gemeten.
Resultaten: Er zijn geen verschillen gevonden voor de groepen ‘FAS’, ‘partieel FAS’ en ‘overige diagnoses FASD’ voor taal-spraakontwikkeling en sociale interactie. Er is een trend gevonden, waarbij meer problemen in de taal-spraakontwikkeling ook meer problemen in de sociale interactie betekenen. Deze trend werd niet gemodereerd door de gestelde diagnose.
Conclusie: De diagnose binnen FASD is niet bepalend voor de mate van moeilijkheden in de taal-spraakontwikkeling en de sociale interactie die kinderen en adolescenten laten zien. Verschillende factoren kunnen meespelen in de diversiteit wat betreft de taal-spraakontwikkeling en sociale interactie. De gevonden resultaten kunnen meegenomen worden bij het ontwikkelen van algemene interventies voor kinderen en adolescenten met FASD.