View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Relatie tussen de mate waarin ouders van jonge kinderen met Cerebrale Parese partnerschap ervaren met zorgverleners en de mate waarin ouders zich empowered voelen.

        Thumbnail
        View/Open
        Masterthesis Wesselink, LB-4252284.pdf (433.8Kb)
        Publication date
        2015
        Author
        Wesselink, L.B.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Achtergrond: gezinsgerichte zorg is ‘best practice’ binnen de kinderrevalidatie. Partnerschap tussen ouders en zorgverlener is hier een belangrijk aspect van. Ouders van een jong kind met cerebrale parese (CP) moeten jaren lang intensief voor hun kind zorgen. Dit gaat gepaard met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen bij ouders. Een beschermende factor is een hoge empowerment. Huidig studie onderzoekt of er een relatie is tussen door ouders ervaren partnerschap en empowerment. Methode: 54 ouders van een kind met CP (gemiddelde leeftijd kind = 40.7 maanden, SD = 7.2f) hebben deelgenomen. Partnerschap is gemeten met de schalen ‘respectvolle en ondersteunende zorg’ en ‘responsieve zorg en partnerschap’ van de Measure of Processes of Care (MPOC-NL). Empowerment is gemeten met de schalen ‘gezin’ en ‘zorgverlener’ van de Family Empowerment Scale (FES). De relatie is onderzocht met Spearman’s rangcorrelatiecoëfficiënt toetsen. Resultaten: over het algemeen ervaren ouders zeer regelmatig partnerschap met de zorgverlener en voelen ze zich in hoge mate empowered. Er is een gematigde relatie tussen ‘empowerment gezin’ en de partnerschapschalen ‘respectvolle en ondersteunende zorg’ (rs = .31, p < .05) en ‘responsieve zorg en partnerschap’ (rs = .28, p < .05). Er is geen relatie tussen ‘empowerment zorgverlener’ en ervaren partnerschap. Conclusie: de resultaten uit dit onderzoek dragen bij aan het groeiende bewijs dat het bieden van gezinsgerichte zorg kan leiden tot een hogere empowerment van ouders. Aanbevolen wordt om in de toekomst causaal onderzoek te doen naar ervaren partnerschap en empowerment.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/25422
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo