Het Gebruik van Lidwoorden om Zelfstandig Naamwoorden te Voorspellen bij Kleuters

Abstract

Het doel van dit onderzoek is te onderzoeken of Nederlandse, eentalige kinderen tussen de 4-6 jaar gebruik maken van het lidwoord om een zelfstandig naamwoord te voorspellen. Daarnaast is onderzocht of kinderen met een betere lidwoordproductie ook betere voorspelvaardigheden hebben. Om dit te testen, is er een eye-trackingexperiment en een lidwoordproductietaak afgenomen bij 49 kinderen in de leeftijd 4-6 jaar. Het eye-trackingexperiment had twee verschillende condities: afbeeldingen met een lidwoordpaar van hetzelfde grammaticale geslacht en afbeeldingen met een verschillend grammaticaal geslacht. De participanten keken naar de twee afbeeldingen per trial die ondersteund werden met auditieve stimuli (bijvoorbeeld: “Zoek de schoen. Zie je ‘m?”). De resultaten lieten zien dat 4-6-jarige kinderen meer keken naar het doelobject in de conditie met een verschillend lidwoordpaar dan naar het doelobject in de conditie met hetzelfde lidwoordpaar (er werd een hogere proportiefixatie gemeten bij het lidwoordpaar van verschillend grammaticaal geslacht). Kinderen maken dus gebruik van het lidwoord bij het voorspellen van een zelfstandig naamwoord. Er bleek echter geen significante relatie tussen de productie van lidwoorden en voorspelvaardigheden. Een kanttekening bij dit onderzoek is dat de steekproef niet heel groot was en grotendeels uit één deel van Nederland kwam, waardoor generalisatie minder betrouwbaar is. Vervolgonderzoek zal een bredere steekproef moeten trekken waarbij participanten uit meerdere delen van Nederland verworven dienen te worden.