Autonomie versus Sturing. De professionalisering van schoolbestuurders in het voortgezet onderwijs.
Summary
''Over welke competenties moet een schoolbestuurder in het voortgezet onderwijs beschikken en wat zijn de mogelijkheden en beperkingen om aan deze competenties te kunnen voldoen?'' Verschillende factoren zijn van belang om deze vraag te kunnen beantwoorden. Om een mogelijke professionalisering te laten slagen wordt als eerste naar de verwachtingen vanuit de literatuur, verschillende stakeholders en wettelijke kaders gekeken. Zo wordt een ideaalplaatje voor de schoolbestuurder ontwikkeld. Een competentiemodel om te onderzoeken aan welke competenties een schoolbestuurder vandaag de dag zou moeten voldoen. Vervolgens wordt ingegaan op factoren die van belang zijn voor het versterken van de benodigde competenties. Autonomie en maatwerk zijn een voorwaarde en spelen hierin een belangrijke rol. Er wordt tot slot een mogelijke aanpak vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap vormgegeven. Er is aandacht voor een sturingsrichting, sturingsinstrumenten en een mogelijke samenwerking.