Roodlichtnegatie door langzaam verkeer bij bruggen
Summary
Uit onderzoek blijkt dat roodlichtnegatie bij bruggen voor komt in ongeveer een derde van de gevallen. Verschillende factoren zijn van invloed op roodlichtnegatie, waaronder geslacht, leeftijd, weersomstandigheden en het gedrag van overige weggebruikers. Ook aandacht kan van invloed zijn op de waarneming van een weggebruiker, en daarmee wellicht op roodlichtnegatie. Huidig onderzoek is in twee studies opgesplitst waarin roodlichtnegatie met behulp van camerabeelden is geanalyseerd. In studie I is onderzocht wat de mate is van roodlichtnegatie bij een brug in Nederland, welke factoren hier van invloed op zijn en hoe groot de proportie bewuste roodrijders is. In studie II is middels voor- en nameting gekeken of verplichte borden, waarmee geïmpliceerd wordt om te stoppen voor de slagbomen, zorgen voor minder roodlichtnegatie. Uit de eerste studie blijkt dat 31% van de weggebruikers het rode licht negeert, waarvan minimaal drie op de vijf weggebruikers dit bewust doet. Logistische regressieanalyse toont aan dat de kans op roodlichtnegatie groter is voor mannen, voor jongeren, op maandag t/m vrijdag en wanneer andere weggebruikers het rode licht negeren. Daarnaast verkleint de kans op roodlichtnegatie naarmate de tijd dat het licht brandt verstrijkt. De tweede studie toont aan dat roodlichtnegatie niet verschilt na het plaatsen van de borden. Een nadere analyse wees echter uit dat er, na controle voor overige variabelen, een grotere kans is op roodlichtnegatie in de nameting ten opzichte van studie I. Dit verschil is niet gevonden tussen de voormeting en studie I. Geconcludeerd kan worden dat roodlichtnegatie ook bij bruggen veel voor komt en dat factoren overeenkomen met bestaande literatuur. Hoewel nader onderzoek dit moet uitwijzen, lijkt de invloed van de verplichte borden negatief te zijn en voor meer roodlichtnegatie te zorgen.