De samenhang tussen problemen in de zelfregulatie en executieve functies bij peuters
Summary
Het reguleren van gedrag is een van de belangrijkste vaardigheden in de ontwikkeling van kinderen. Dit is van invloed op onder andere de sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Zelfregulatie en executieve functies (EF) worden gerelateerd aan deze regulatie. Hier lijkt een inhoudelijke overeenkomst te zijn, maar toch zijn ze niet volledig synoniem aan elkaar. Voornamelijk bij peuters met problemen in zelfregulatie is nog geen onderzoek gedaan naar een samenhang. De vraag die daarom centraal staat is: ‘Wat is de samenhang tussen problemen in de zelfregulatie en EF bij peuters?’. Problemen in de zelfregulatie is geoperationaliseerd als de mate van impulsiviteit /hyperactiviteit en starheid op de groep. Dit werd gemeten met een gestandaardiseerde gedragsobservatiemethode, de Preschool Classroom Behavioral Observation System (PCBOS). EF zijn geoperationaliseerd als het vermogen impulsen te onderdrukken (inhibitie) en flexibel om te gaan met veranderende regels (cognitieve flexibiliteit) tijdens gestructureerde taken, zoals de
wachttaken en de Reverse Categorization Task (RCT). Correlationeel onderzoek is ingezet om de samenhang tussen zelfregulatie en EF aan te tonen. Ook werd gekeken naar de invloed van geslacht en leeftijd. De steekproef bestond uit 134 peuters met problemen omtrent ontwikkeling en/of gedrag, welke waren aangemeld via het ondersteuningstraject PeuterPlus!. Resultaten lieten enkel een significante samenhang zien tussen de scores op impulsiviteit en
inhibitie. Geen significante samenhang werd gevonden tussen de scores op starheid en cognitieve flexibiliteit. Verder werd alleen een verschil gevonden tussen jongens en meisjes op impulsief gedrag, waarbij jongens meer impulsiviteit lieten zien dan meisjes. Er werden geen relaties met leeftijd gevonden. Concluderend kan worden gezegd dat peuters die op de groep problemen in de zelfregulatie (impulsief gedrag) laten zien, ook meer moeite hebben met het onderdrukken van impulsen tijdens gestructureerde inhibitie taakjes.