Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorAtzema, Prof. dr. O.A.L.C.
dc.contributor.authorGastkemper, N.
dc.date.accessioned2016-10-06T17:00:56Z
dc.date.available2016-10-06T17:00:56Z
dc.date.issued2016
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/24563
dc.description.abstractGrote steden hebben volgens velen de toekomst. Dit komt omdat de grotere bevolkingsomvang, bevolkingsdichtheid en connectiviteit in echte grote steden zouden leiden tot meer agglomeratievoordelen. Agglomeratievoordelen doen zich voor omdat het delen (van bijvoorbeeld kennis), het koppelen (van bijvoorbeeld vaardigheden) en leren (van elkaar) gemakkelijker en effectiever plaatsvindt. Agglomeratievoordelen zouden volgens deze redenering minder zijn weggelegd voor middelgrote steden. Hypothetisch bestaat er echter het alternatief voor middelgrote steden om via het stimuleren van netwerkkracht soortgelijke agglomeratievoordelen te genereren. Deze netwerkkracht ontstaat dan door middel van samenwerking op regionaal niveau tussen actoren in verschillende steden. Deze actoren kunnen bestaan uit overheden, ondernemers en kennisinstellingen. Dit exploratieve onderzoek kijkt naar de mate waarin actoren in een negental Nederlandse middelgrote steden in staat zijn netwerkkracht te genereren en welke rol de stedelijke ruimtelijke configuratie van de regio hierbij speelt. Er is op nationaal niveau een onderscheid gemaakt tussen regio’s in de Randstad, de intermediaire zone en de perifere zone, en op regionaal niveau tussen monocentrische, bipolaire (twee centra) en polycentrische (meer dan twee centra) stedelijke regio’s. De samenwerking heeft betrekking op drie ruimtelijk-economische beleidsterreinen, namelijk de samenwerking met betrekking tot: • clustering van economische activiteiten op bedrijventerreinen (delen); • afstemming van onderwijs en arbeidsmarkt (koppelen); • organiseren van kennisgerichte evenementen (leren). Netwerkkracht is nog niet veel onderzocht. Dit onderzoek definieert en operationaliseert dan ook eerst een theoretisch model. Netwerken worden daarbij gedefinieerd als vormen van samenwerking tussen actoren die niet noodzakelijkerwijs geconcentreerd voorkomen. Regionale samenwerkingsverbanden kunnen worden opgevat als een voorbeeld van een netwerk. Als een dergelijke samenwerking succesvol is, dan wordt netwerkkracht gegenereerd. In dit onderzoek wordt verondersteld dat de mate waarin succesvolle regionale samenwerkingen in en rond middelgrote steden van de grond komen, mede afhankelijk is van de stedelijke ruimtelijke configuratie in de betreffende regio’s. Deze stedelijke ruimtelijke configuratie van regio’s is centraal gesteld bij de casus selectie om zowel een divers beeld te krijgen van de aanwezigheid van netwerkkracht in Nederland als inzicht te verwerven in de regionale verschillen in effectiviteit van samenwerkingsverbanden. Door middel van semigestructureerde interviews is deze veronderstelling onderzocht. Daarmee is dit onderzoek een eerste aanzet naar het perspectief dat netwerkkracht biedt voor middelgrote steden. Het onderzoek toont aan dat meerdere samenwerkingsverbanden in Nederland in staat zijn netwerkkracht te genereren op de gebieden van delen, koppelen en leren. Het belangrijkste empirische inzicht dat dit onderzoek oplevert is dat het aantal steden in de regio een positief effect heeft op de effectiviteit van een samenwerkingsverband. Regio’s waarin een middelgrote stad andere steden in de buurt heeft om mee samen te werken zien vaker netwerkkracht ontstaan door middel van regionale samenwerking. Daarentegen maakt de ligging van de regio binnen Nederland niet uit voor de effectiviteit. Zowel in de Randstad als in de periferie worden evenveel voorbeelden van netwerkkracht aangetroffen. Naast de ruimtelijke configuratie is gekeken naar drie factoren die mogelijk van invloed zijn op de effectiviteit van een samenwerkingsverband. Dit zijn het onderlinge vertrouwen binnen de samenwerking, de omvang van de organisatie van het samenwerkingsverband en in hoeverre de samenwerking voortkomt uit de noodzaak om samen te werken of een geïdentificeerde kans die alleen gezamenlijk kan worden benut. Voor effectiviteit is een sterk vertrouwen tussen de partijen van positieve invloed op de netwerkkracht. Of de samenwerking opereert vanuit een ontstane noodzaak of een geïdentificeerde kans blijkt niet van invloed te zijn en ook de organisatieomvang komt niet naar voren als invloedrijke factor. De bevindingen van dit onderzoek laten zien dat het genereren van netwerkkracht via regionale samenwerking een aantrekkelijk perspectief kan zijn voor middelgrote gemeenten. Voor regio’s met meerdere steden is dit echter relatief gemakkelijker weggelegd dan in monocentrische regio’s. Een belangrijk inzicht is dan ook dat de regionale opbouw van steden een belangrijke factor is in de effectiviteit van een samenwerkingsverband. Als aanbeveling komt naar voren dat het belangrijk is voor een nationale of provinciale overheid om te erkennen dat een polycentrische regio andere uitdagingen met zich meebrengt dan een monocentrische regio en vraagt om een differentiatie in organisatievormen. Vervolgonderzoek is nodig naar de mate waarin de economische externaliteiten die netwerkkracht voortbrengt bijdragen aan de regionale economie.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2729563
dc.format.extent2298098
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNetwerkkracht van middelgrote steden: kwestie van samenwerking Een exploratief onderzoek naar de invloed van stedelijke ruimtelijke configuratie op het genereren van netwerkkracht door regionale samenwerking
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNetwerkkracht, middelgrote, steden, gemeentelijke, samenwerking, stedelijke ruimtelijke configuratie, triple, helix, agglomeratiekracht
dc.subject.courseuuEconomische geografie


Files in this item

Thumbnail
Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record