Neurocognitieve maten van getalbegrip bij leerlingen in het basisonderwijs en de relatie met rekenvaardigheden.
Summary
Mens en dier lijken eenzelfde systeem te bezitten waarmee ze in staat zijn om hoeveelheden en getallen te schatten. Dit systeem ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van getalbegrip. Getalbegrip zorgt ervoor dat iemand strategieën voor het oplossen van rekenproblemen verwerft. Voor de ontwikkeling van rekenvaardigheden lijkt vooral de automatische verwerking van symbolische hoeveelheden een grote rol in te spelen. In de huidige studie wordt met behulp van elektro encefalografie (EEG) hersenactiviteiten gemeten tijdens het maken van vergelijkingstaken. Tijdens deze taken worden symbolische hoeveelheden met elkaar vergeleken die verschillen met een ratio van 0.5 en 0.7 om een mogelijk afstandseffect te detecteren binnen de tijdsvensters N1, P2p, N2 en P3. In het huidige onderzoek blijkt er binnen geen enkel tijdsvenster een afstandseffect te zijn. Daarnaast is de samenhang tussen de automatische verwerking van symbolische hoeveelheden in de hersenen en rekenvaardigheden bij leerlingen in het basisonderwijs onderzocht. Er is een correlatie berekend tussen de symbolische vergelijkingstaak en de score op de TTR. In de huidige studie is geen samenhang gevonden tussen de automatische verwerking van symbolische hoeveelheden in de hersenen en rekenvaardigheden bij leerlingen in het basisonderwijs van negen tot en met 12 jaar.