‘Ik moet mijn hoofd altijd Nederlands doen’ Een casestudie naar de bijdrage van het islamitisch basisonderwijs aan de samengestelde identiteit van de leerlingen
Summary
Het islamitisch onderwijs is een veel besproken thema in
zowel het politieke als maatschappelijke debat. Er
worden heel wat aannames gedaan over deze vorm van
onderwijs. Zo zou islamitisch onderwijs er voor zorgen
dat de leerlingen niet integreren in de Nederlandse
samenleving en zich terugtrekken in de eigen groep.
Wat opvallend is, is dat hier nog geen onderzoek naar
gedaan is. Dit onderzoek heeft dan ook een exploratief
karakter en richt zich op de bijdrage van het islamitisch
onderwijs aan de samengestelde identiteit van zowel
leerlingen als oud leerlingen. Het is een casestudie bij
Al-Ummah, de islamitische basisschool te Enschede
waarin de onderzoeker drie weken participerende
observaties heeft gedaan en 26 interviews heeft
gehouden met zowel docenten als (oud)leerlingen.
Hierdoor is het mogelijk om inzichten te krijgen in hoe
leerlingen invulling en betekenis geven aan hun identiteit
en de mogelijke invloed van het islamitisch onderwijs op
deze identiteit.
Uit deze studie blijkt dat het islamitisch onderwijs
kan bijdragen aan een samengestelde identiteit. De
Nederlandse taal en de mate van taalbeheersing leveren
een bijdrage aan de mate van identificatie met het
‘Nederlands zijn’, maar zorgt ook voor binding in de
multi-etnische islamitische school. Het islamitisch
onderwijs snijdt twee kanten. Enerzijds door het
islamitisch-Nederlands kader dat wordt geboden op de
school geeft Al-Ummah de leerlingen houvast en grenzen
om de verschillende identiteiten samen te brengen.
Hierdoor en door de ervaren veiligheid op de school blijkt
dat leerlingen zich in mindere mate terugtrekken in de
eigen groep wanneer zij in aanraking komen met
discriminatie. Anderzijds zorgen de sterke identificatie
met de moslimidentiteit en de veiligheid op de school
ervoor dat er toch een bepaalde ‘argwaan’ is naar de
buitenwereld.