God is niet zo - Een onderzoek naar het Godsbeeld van homoseksuele christenen
Summary
In dit onderzoek is bekeken of er sprake is van een verband tussen het Godsbeeld van homoseksuele christenen en hun omgang met seksualiteit; het al dan niet praktiseren van homoseksualiteit. Om dit te onderzoeken zijn er meer dan 200 vragenlijsten afgenomen, gebaseerd op de VGB van Hanneke Schaap-Jonker, en hebben er negen diepte-interviews plaatsgevonden. Verwachtingen zijn opgesteld aan de hand van uitgebreide voorafgaand verrichtte literatuurstudie omtrent homoseksuele identiteit, religieuze identiteit, cognitieve dissonantie, sociale constructie, coping, gender en het Godsbeeld. Ontdekt is dat seksualiteit een onderdeel vormt van iemands identiteit en dat homoseksuele christenen een conflict ervaren tussen hun seksuele en religieuze identiteit wat in sommige gevallen kan leiden tot angst en depressie. Opvallend is de hoeveelheid homoseksuele christenen die een kerkelijke verandering ondergaat (45 procent) vergeleken met het nationaal gemiddelde in Nederland (4,5 procent). Ondanks deze opmerkelijke constatering is er geen sprake van een afhankelijkheidsrelatie tussen kerkelijke verandering en het al dan niet praktiseren van homoseksualiteit. Een verklaring voor dit extreem hoge percentage kan worden gevonden in het eerder genoemde conflict omtrent identiteitsworsteling. Echter, vervolgonderzoek is noodzakelijk om de validiteit van deze verklaring aan te tonen. Wat betreft het Godsbeeld is duidelijk geworden dat volledig tegen de verwachting in homoseksuele christenen die hun homoseksualiteit niet praktiseren een significant positiever Godsbeeld hebben dan homoseksuele christenen die hun homoseksualiteit wel praktiseren. Een mogelijke verklaring voor deze tegenstelde bevindingen kan worden gevonden in beïnvloeding door christelijke organisaties die homoseksuele christenen ervan proberen te overtuigen celibatair te leven of zicht te laten genezen door aan hen een extreem positieve en actieve God te presenteren. Verder heeft het onderzoek aangetoond dat het deel van het Godsbeeld dat het handelen van God betreft volledig significant is in relatie tot het al dan niet praktiseren van homoseksualiteit: homoseksuele christenen die hun seksualiteit niet praktiseren er een meer actief, meer heersend en minder passief Godsbeeld op na houden dan homoseksuele christenen die hun seksualiteit wel praktiseren. Dit is opmerkelijk aangezien het heersend Godsbeeld diverse negatieve en beangstigende variabelen omvat wat de verwachting schept dit ook terug te zien in de data-analyse van het affectief deel van het Godsbeeld, maar dat is niet het geval. De meest zorgwekkende bevinding is dat bij een nipte minderheid (49,7 procent) van de homoseksuele christenen angst op enig moment deel uit maakt van hun gevoelens jegens God. Dit laat gezamenlijk met enkele andere resultaten zien dat zien dat homoseksuele christenen in Nederland een kwetsbare groep zijn die onder ongunstige omstandigheden onnodig te maken krijgt met conflicten en angst. Een groepering die daar mogelijk door wordt beïnvloed in hun keuze om hun leven op een bepaalde manier in te richten.