Een leger vol ongelijkheid. Denkbeelden over Ambonese en Javaanse soldaten in het Nederlands-Indisch Leger tijdens de Atjeh-oorlog, 1873-1914
Summary
In deze scriptie wordt gekeken naar het verschil in de behandeling en stereotypering van Javaanse en Ambonese soldaten in het Nederlands-Indisch Leger tijdens de Atjeh-oorlog (1873-1914). De centrale vraagstelling is wat de verschillende denkbeelden van Nederlandse officieren over Ambonese en Javaanse soldaten in het Nederlands-Indisch Leger tijdens de Atjeh-oorlog (1873-1914) waren en hoe deze te verklaren zijn. De periodisering van dit onderzoek ligt op de Atjeh-oorlog. Tijdens deze oorlog tegen het sultanaat van Atjeh vochten grote aantallen Javaanse en Ambonese soldaten in het Nederlands Indisch Leger. In deze scriptie wordt gekeken naar de denkbeelden van Nederlands officieren in het Indisch Militair Tijdschrift. Hoe is het verschil in denkbeelden van Nederlandse officieren over Ambonezen en Javanen in het Nederlands-Indisch Leger te verklaren? Dit verschil valt te verklaren vanuit verschillende niveaus en gezichtspunten. Strategische overwegingen speelden een belangrijke rol als naar het grote plaatje gekeken wordt. De Javaanse bevolkingsgroep was de grootste in de Indonesische archipel en werd hierdoor door het Nederlandse koloniale bestuur niet als betrouwbaar gezien. Javaanse soldaten moesten hierdoor niet een dominante positie innemen in het Nederlands-Indisch Leger. Hierdoor kregen Ambonese soldaten, die wel als loyaal werden gezien vanwege de ‘mythe van loyaliteit’, de voorkeur om gerekruteerd te worden en kregen ze ‘vechterseigenschappen’ toegekend. Hierdoor werd het verschil in denkbeelden over Ambonese en Javaanse soldaten uitvergroot en kon deze diep doordringen in de retoriek van Nederlandse officieren.