De beweegredenen van Utrechters tot de keuze van duurzaam voedsel
Summary
Het afgelopen jaar werd er steeds vaker duurzaam voedsel gekocht. De besteding van consumenten aan duurzaam voedsel is in 2014 met 18 procent toegenomen ten opzichte van 2013. Daarnaast voert de overheid een integraal voedselbeleid uit om duurzaam voedsel verder te stimuleren. Om dit nationale beleid op te volgen, moet de gemeente Utrecht haar beleid hierop aanpassen. Tegen die achterliggende gedachte is er in dit onderzoek gezocht naar de beweegredenen van bewoners van de gemeente Utrecht in relatie tot hun keuze om al dan geen duurzaam voedsel te eten. Aan de hand van deze verklaringen en beweegredenen zijn vervolgens beleidsadviezen opgesteld om de burgers van de gemeente Utrecht te stimuleren om vaker duurzaam voedsel te consumeren. Het onderzoek werd uitgevoerd middels een enquête in de wijken Oost, Overvecht en Ondiep. De enquêtes zijn afgenomen bij gespecialiseerde duurzame en reguliere supermarkten. In totaal hebben er 400 mensen aan de enquête deelgenomen. De uitkomsten zijn geanalyseerd door middel van een meervoudige regressie-analyse. Daaruit is gebleken dat het effect op het consumeren van duurzaam voedsel afhankelijk is van de wijk waarin men woont, de leeftijd, het opleidingsniveau, het nastreven van postmaterialistische waarden en de percepties dat duurzaam voedsel gezonder is én een betere smaak heeft. Zo blijkt dat in de achterstandswijken, de wijken Overvecht en Ondiep, minder vaak duurzame voeding wordt gegeten in vergelijking met de gezondere wijk Oost. Daarbij is gebleken dat hogeropgeleiden en mensen die postmaterialistische waarden nastreven vaker duurzaam voedsel kopen. Ook bleek dat de voorkeur voor duurzaam voedsel toeneemt naar gelang de leeftijd. Verder is uit het onderzoek gebleken dat deze voorkeur toeneemt wanneer men denkt dat duurzaam voedsel een betere smaak heeft en het gezonder is. Uit deze uitkomsten zijn er vier beleidsadviezen gedestilleerd. Het eerste beleidsadvies is het uitvoeren van een pilot in de achterstandswijken waar lokale boeren kraampjes kunnen huren om lokaal voedsel te verkopen. Met het tweede beleidsadvies zal de gemeente Utrecht samen met de mbo-scholen projecten moeten uitvoeren om lageropgeleiden te stimuleren tot het consumeren van duurzamer voedsel. Het derde beleidsadvies is een onderzoek naar andere verklaringen voor de relatief lage consumptie van duurzaam voedsel in achterstandswijken. Het laatste beleidsadvies richt zich op een campagne waarin duurzaam voedsel wordt gepromoot om zijn veronderstelde betere smaak, die de respondenten als reden aangaven voor hun beslissingen.