De Relatie Tussen Zelfvertrouwen en Sociale Vaardigheden op het Vermogen van Jongvolwassenen om Relaties Aan te Gaan met Mensen van het Eigen en het Andere Geslacht
Summary
In het huidige onderzoek is de relatie tussen zelfvertrouwen en sociale vaardigheden op het vermogen van jongvolwassenen om relaties aan te gaan met mensen van het eigen geslacht en het andere geslacht onderzocht. Tevens is de modererende rol van geslacht binnen deze relaties onderzocht. De steekproef bestond uit 292 jongvolwassen studenten (18 – 25 jaar) uit verschillende onderwijsinstellingen in Nederland van het middelbaar beroepsonderwijs [MBO], hoger beroepsonderwijs [HBO] en wetenschappelijk onderwijs [WO]. Zelfvertrouwen werd gemeten met de Rosenberg Self-Esteem Scale [RSES] en sociale vaardigheden werd gemeten met de Scale of Perceived Social Self-Efficacy [PSSE]. Het vermogen om relaties aan te gaan met mensen van het eigen geslacht en het andere geslacht werd gemeten met behulp van de Gender-Based Relationship Efficacy Questionnaire [GBRE]. Uit het onderzoek bleek dat een hogere mate van sociale vaardigheden gerelateerd was aan een verbeterd vermogen om relaties aan te gaan met mensen van het eigen geslacht en het andere geslacht. Een hogere mate van zelfvertrouwen was enkel gerelateerd aan een verbeterd vermogen om relaties aan te gaan met mensen van het eigen geslacht. Verder verschilden jongvolwassen mannen en vrouwen niet van elkaar in de relatie tussen zelfvertrouwen en sociale vaardigheden op het vermogen om relaties aan te gaan met mensen van het eigen geslacht en het andere geslacht. Tot slot kwam uit de resultaten naar voren dat jongvolwassenen zich minder goed in staat voelden om relaties aan te gaan met mensen van het andere geslacht dan met het eigen geslacht.