Oorzaken van weerstand bij opvang van vluchtelingen in de directe omgeving; Een casestudy naar de verklaring van weerstand van burgers bij de opvang van vluchtelingen in hun directe omgeving, specifiek gericht op de wijk Overvecht binnen de gemeente Utrecht, Soesterberg en Zeist.
Summary
Sinds het najaar van 2015, is er door de toestroom van het aantal asielzoekers naar Nederland een tekort ontstaan aan reguliere opvangcentra voor asielzoekers. Als gevolg hiervan, dienen alle Nederlandse gemeenten hun bijdrage te leveren aan het (tijdelijk) opvangen van asielzoekers en het bieden van huisvesting aan statushouders. Echter, sommige gemeenten stuiten bij het organiseren van vluchtelingenopvang in de wijk op weerstand van lokale omwonenden. Het doel van dit onderzoek is, om een verklaring te vinden voor de weerstand van burgers bij de komst van vluchtelingenopvang in hun directe omgeving en om een handreiking te bieden aan gemeenten, hoe zij deze weerstand kunnen verkleinen. Mijn verwachting is, dat zowel attitudes ofwel houdingen van mensen ten opzichte van etnische groepen, sociaal economische status van inwoners en de (crisis)communicatie van de gemeente een rol spelen bij het verklaren van weerstand ten opzichte van vluchtelingenopvang in de directe omgeving. De hierbij gebruikte vaktermen zijn: etnocentrisme, autochtonie, nationale nostalgie en etnische identiteit.
Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden zijn er kwantitatieve én kwalitatieve data verzameld middels onder andere schriftelijke vragenlijsten in de wijk Overvecht (gemeente Utrecht), in Soesterberg en in Zeist. De schriftelijke vragenlijsten zijn uitgedeeld op locaties waar veel mensen uit de wijk bijeenkomen. In totaal heeft dit 197 respondenten opgeleverd, waarvan de hypotheses zijn getoetst bij 139 respondenten tussen de 19 en 89 jaar. Tevens is er een meervoudige regressie analyse uitgevoerd om de hypothesen te toetsen.
Uit dit onderzoek komt naar voren, dat attitudes (etnocentrisme en nationale nostalgie) alsook de door burgers ervaren (crisis)communicatie van de gemeente een belangrijke rol spelen bij de mate van weerstand ten opzichte van vluchtelingenopvang in de directe omgeving. Echter, de sociaal economische status blijkt níet van invloed op de mate van weerstand. Dit weerlegt de etnische competitie- en conflicttheorie. Het lijkt alsof de ‘ervaren’ sociaal economische status wél van invloed is op de mate van weerstand; dit dient nader onderzocht te worden. Aangezien attitudes lastiger te beïnvloeden zijn, dienen gemeenten zich vooral te richten op de communicatie. Mijn beleidsaanbevelingen zijn dan ook als volgt: “Laat de democratie haar werk doen door attitudes boven water te halen wat leidt tot een maatschappelijk debat; communiceer open, eerlijk en transparant; laat vluchtelingen en wijkinwoners met elkaar kennismaken; stem het aantal op te vangen vluchtelingen af op de omvang van het aantal inwoners in de wijk”. Maar ook: “Geef ruimte voor persoonlijke inbreng in de informatiebijeenkomst, ontwerp een landelijk/regionaal kennisplatform over vluchtelingenopvang en maak gebruik van meerdere communicatiekanalen.”