Productieve taalontwikkeling in het Nederlands van nieuwkomers
Summary
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de productieve taalontwikkeling van nieuwkomers in het Nederlands. In het bijzonder is gefocust op narratief complexe taal, lexicale diversiteit en de mate waarin emotie wordt uitgedrukt. Naar de taalontwikkeling van nieuwkomers is nog nauwelijks onderzoek gedaan. Narratieve vaardigheid en narratief complexe taal, het specifieke onderdeel van belang, zijn dan ook nog nauwelijks onderzocht in een T2-context (De Blauw, 2015). Het onderzoek van Blom en Polišenská (2006) naar zowel de T1- als T2-verwerving van werkwoordsvervoegingen vormt hierop een uitzondering en toont een positief beeld van de T2-ontwikkeling. In onderzoek naar lexical richness en specifiek lexicale diversiteit is vooral gefocust op de maten die kunnen worden ingezet om lexicale diversiteit te meten. Er is nog geen consensus bereikt over wat de beste maat zou zijn, maar Type/Token Ratio is de meest gebruikte maat (Bol & van Doornspeek, 2014; Daller et al.; van Gijsel, Speelman, & Geeraerts, 2006; Lu; Vermeer, 2000). De verwerving van emotievocabulaire lijkt nog geheel onderbelicht in de context van T2-verwerving bij kinderen. Dewaele en Pavlenko (2002) betogen dat emotie als soort apart zou moeten worden onderzocht in dit veld, maar dit is met name bij kinderen vooralsnog uitgebleven. De conclusie van dit onderzoek luidt dat er in verschillende onderdelen van productieve taalontwikkeling sprake is van een meetbare vooruitgang in het Nederlands van nieuwkomers. Zowel de productie van narratief complexe taal, lexicale diversiteit als de mate waarin emotie wordt uitgedrukt, hebben zich gemiddeld positief ontwikkeld in zowel de gehele groep als in de verschillende leeftijdsgroepen.