Beeldcultuur in de Nederlandse rechtspraak
Summary
Met de komst van de audiovisuele techniek is men binnen de Nederlandse rechtsspraak veelvuldig beelden gaan gebruiken als bewijsvoering of als onderbouwing van argumenten. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de vraag of het gebruik van beelden altijd eerlijk verloopt. In het huidige onderzoek werd onderzocht wat de verhouding is tussen het aantal vertoningen van beelden en beschrijvingen van beelden. Daarnaast werd naar aanleiding van het sturende effect van beelden onderzocht wat de verhouding is tussen het aantal beelden dat de aanklager aanlevert en het aantal beelden dat de verdedigende partij aanlevert. Ook werd onderzocht of de wijze waarop de visuele informatie wordt gepresenteerd (vertoningen of beschrijvingen) van invloed is op de mate waarin deze visuele informatie wordt meegewogen in de beslissing over het vonnis. Vervolgens werd geanalyseerd of er een verband bestaat tussen de partij die de beelden aanlevert (aanklager of verdediging) en de vraag of het beeld leidend is in de uitspraak van de rechter. De data is verzameld en geanalyseerd aan de hand van een corpus, dat uitgebreide informatie bevat over 85 rechtszaken die plaatsvonden in het Gerechtshof in Utrecht. Hieruit is gebleken dat over het algemeen meer beelden worden vertoond dan dat er beschreven worden. Daarbij wordt het overgrote deel van de beelden aangeleverd door de aanklager. Bovendien is uit de analyse gebleken dat er geen verband bestaat tussen de manier waarop de beelden worden gepresenteerd (vertoning of beschrijving) en de vraag of het beeld leidend is in de uitspraak van de rechter. Ten slotte is er geen verband gevonden tussen de partij die de beelden aanlevert (aanklager of verdediging) en de vraag of het beeld leidend is in de uitspraak van de rechter.