De overtuiging van de rechter door het gebruik van beeld
Summary
Dit onderzoek heeft bestudeerd welke functies van beelden gangbaar zijn in de rechtszaal en welke manier van overtuigen het vaakst voorkomt. Er worden twee manieren van overtuiging door middel van beeld onderscheiden. De rechter kan overtuigd worden door informerend beeld en direct overtuigend beeld. Daarnaast wordt gekeken naar de vraag of beeld leidend is in de uitspraak van de rechter. De samenhang van deze factoren worden geanalyseerd. Zo wordt geanalyseerd hoe vaak de functies van beeld leidend zijn in de uitspraak van de rechter. Daarna wordt geanalyseerd hoe vaak de manieren van overtuigend leidend zijn in de uitspraak van de rechter. Tot slot wordt de samenhang tussen de functies van beeld en de manieren van overtuiging van beeld geanalyseerd. Het zou voor de rechtspraak wenselijk zijn wanneer vooral informerende beelden worden gebruikt in de rechtszaal en wanneer vooral informerende beelden leidend zijn in de uitspraak van de rechter. Bovendien zou de rechtspraak kunnen leren van welke functie van beeld het vaakst informerend is.
In dit onderzoek blijkt uit de frequentieverdeling van de functies van beeld dat in de rechtszaal vooral presenterende en visualiserende beelden gebruikt worden. Ook worden relatief vaak contextualiserende beelden gebruikt. Categoriserende kwamen niet voor in de steekproef. In de frequentieverdeling van de manieren van overtuigen blijkt dat informerende beelden vaker voorkomen dan direct overtuigende beelden. Er is verder door middel van chi-kwadraattoetsen aangetoond dat contextualiserende beelden en sterk informerende beelden vaker dan verwacht leidend zijn in de uitspraak van de rechter. De hypothese dat contextualiserende beelden vaker informerend zijn dan presenterende en visualiserende beelden wordt ontkracht door de chi-kwadraattoets.