Structuurdifferentiatie bij leerlingen met verschillende prestatieniveaus.
Summary
De aanleiding van deze masterthesis is de relatief lage intrinsieke motivatie van Nederlandse leerlingen en de steeds groter wordende diversiteit in prestatieniveaus in de basisschoolklassen. Differentiatie is een manier om in te spelen op de verschillen tussen leerlingen. In dit onderzoek is gekeken naar het verhogen van de autonome motivatie van leerlingen met verschillende prestatieniveaus middels het bieden van structuurvariatie en door structuur af te stemmen op het prestatieniveau van leerlingen. Beide termen worden omschreven als ‘structuurdifferentiatie’. Verwacht werd dat structuurdifferentiatie een voorspeller zou zijn voor de autonome motivatie van leerlingen. Onder 316 leerlingen en 16 leerkrachten van verschillende basisscholen zijn vragenlijsten afgenomen. Aan de hand van beschrijvende statistieken en een hiërarchische multipele regressieanalyse is gebleken dat er weinig structuurdifferentiatie wordt toegepast in de deelnemende klassen. Het toepassen van structuur, structuurvariatie en structuurafstemming blijken geen significante voorspellers voor de autonome motivatie van leerlingen. Dit betekent dat door het bieden van structuur en structuurdifferentiatie de autonome motivatie van leerlingen niet wordt bevorderd. Om deze conclusie te onderschrijven worden alternatieve verklaringen genoemd, aangevuld met de limitaties van het onderzoek. Tot slot worden suggesties voor vervolgonderzoek en implicaties voor de praktijk aangedragen.