Spelenderwijs - De invloed van competitie en de intrinsieke motivatie van leerlingen in een gegamificeerde leeromgeving voor het oefenen van de wereldtopografie
Summary
Deze studie richtte zich op de vraag in welke mate is intrinsieke motivatie een mediërende variabele die de invloed verklaart van spel op het leereffect bij het oefenen van de wereldtopografie in een gegamificeerde leeromgeving en welke rol speelt de speleigenschap competitie daarbij. Het onderzoek werd uitgevoerd onder 243 leerlingen in groep 6 van verschillende basisscholen. De deelnemers waren verdeeld over drie onderzoekscondities: een spelconditie met competitie, een spelconditie zonder competitie en een controleconditie. De kennis van de wereldtopografie en de intrinsieke motivatie om deze te oefenen werden in een voor- en nameting getoetst. De invloed van competitie is onderzocht met een herhaalde metingen variantieanalyse, met behulp van een mediatieanalyse is bepaald in hoeverre intrinsieke motivatie als mediërende variabele optreedt. De resultaten toonden aan dat leerlingen in alle onderzoekscondities na het oefenen significant beter presteerden op de kennistoets topografie en significant sterker gemotiveerd waren. De toename van zowel kennis als intrinsieke motivatie was het grootst in de controleconditie. Tussen de spelcondities onderling werd geen verschil gevonden. De mediatieanalyse toonde aan dat intrinsieke motivatie in alle condities als gedeeltelijk mediërende variabele
optreedt. In de controleconditie is de grootte van het indirecte effect een achtste van het totale effect, in de spelcondities is dit ruim een kwart. Hiermee werd geconcludeerd dat in de gegamificeerde leeromgeving het mediërend effect van intrinsieke motivatie op het leereffect groter was dan in de controleconditie. De speleigenschap competitie leek hier geen invloed op te hebben.