Temperamentseigenschappen van kleuters als moderatoren in de relatie tussen psychologische controle en internaliserend en externaliserend gedrag.

Abstract

Deze longitudinale studie richtte zich op temperament als kwetsbaarheidsfactor in de relatie tussen psychologische controle en probleemgedrag. Hierbij werd verwacht dat kleuters met een hoog angstig temperament sneller internaliserend gedrag zouden ontwikkelen, en dat kleuters met een temperament gekenmerkt door frustratie sneller externaliserend gedrag zouden ontwikkelen wanneer zij werden blootgesteld aan psychologische controle. De steekproef bestond uit 291 Nederlandse kleuters, waaronder 150 jongens en 141 meisjes (Mleeftijd= 4,80 jaar, SDleeftijd= 0,60 jaar). Om internaliserend en externaliserend gedrag te voorspellen zijn multiple hiërarchische regressieanalyses uitgevoerd, waarbij werd gecontroleerd voor de stabiliteit van het gedrag. Uit de resultaten bleek dat in huidige studie geen bewijs kon worden gevonden voor temperament als moderator in de relatie tussen psychologische controle en probleemgedrag. Daarentegen kwam naar voren dat een hoge mate van frustratie een voorspeller was voor meer externaliserend gedrag en dat probleemgedrag stabiel bleef gedurende 21 maanden. Deze studie benadrukt het belang van verder onderzoek naar de omstandigheden waaronder psychologische controle gerelateerd is aan probleemgedrag.