Psychologische Controle van Ouders zorgt vaker voor Angst bij Kinderen dan Gedragscontrole
Summary
Achtergrond: Risicofactoren voor de ontwikkeling van internaliserende problemen bij jonge kinderen liggen bij het kind zelf en hun omgeving. Vooral ouders spelen een belangrijke rol. De opvoedstijl die zij hanteren, heeft een grote invloed op de ontwikkeling van hun kind. Eerder onderzoek toont aan dat er een verband bestaat tussen ouderlijke controle en internaliserende problemen bij kinderen. Terwijl eerdere studies uitsluitend de relatie tussen ouderlijke controle en internaliserende problemen bij kinderen hebben onderzocht, zal dit onderzoek zich richten op de relatie tussen gedragscontrole en psychologische controle van ouders met internaliserende problemen bij kinderen. Verder zal worden nagegaan of het ouderlijk geslacht van invloed is op de ontwikkeling van internaliserende problemen. Methoden: De verbanden tussen psychologische en gedragscontrole van ouders en internaliserende problemen bij kinderen (N = 600 kinderen, van 300 moeders en 300 vaders) zijn onderzocht met behulp van gegevens van een cross-sectioneel onderzoek 'Opvoeden, hoe doen ouders in Nederland dat?'. Hiernaast is de factor ouderlijk geslacht als moderator beschouwd. Resultaten: Er is een positieve correlatie tussen zowel gedragscontrole als psychologische controle met internaliserende problemen gevonden. Verder lijkt het erop dat psychologische en gedragscontrole van ouders belangrijke voorspellers zijn van internaliserende problemen bij kinderen. Vooral vaderlijke controle lijkt een voorspeller van deze problemen. Ouderlijk geslacht blijkt echter geen moderator te zijn. Conclusie: Zowel psychologische als gedragscontrole van ouders kunnen internaliserende problemen bij kinderen voorspellen. Het blijkt dat vaders een grotere invloed op de ontwikkeling van deze problemen hebben, wanneer zij psychologische of gedragscontrole hanteren.