De invloed van ouderlijke taalstimulering op de receptieve woordenschat, narratieve vaardigheden en zinsverwerking bij 4- en 5-jarige kinderen.
Summary
Uit eerder onderzoek komt naar voren dat vroege taalvaardigheden van kinderen sterk gerelateerd zijn aan het taalaanbod in de thuisomgeving. Belangrijke elementen van het taalaanbod in de thuisomgeving zijn het voorlezen en het voeren van gesprekken door ouders met het kind. Deze elementen zijn voorspellend voor taalvaardigheden, zoals woordenschat en narratieve vaardigheden en cognitieve vaardigheden, zoals verbaal werkgeheugen. In het huidige onderzoek is gekeken wat de invloed van ouderlijke taalstimulering is op de receptieve woordenschat, narratieve vaardigheden en zinsverwerking en of er een verschil in de grootte van deze effecten is. Om deze invloed te meten zijn bij 88 4- en 5-jarige kinderen (M = 61.08) de taken PPVT, SASIT en MAIN afgenomen. De ouders van deze kinderen hebben een vragenlijst met betrekking tot de ouderlijke taalstimulering ingevuld. In tegenstelling tot eerder onderzoek tonen correlaties geen significante samenhangen tussen voorlezen en gesprekken voeren door ouders en de receptieve woordenschat, narratieve vaardigheden en zinsverwerking van kinderen. Deze taalvaardigheden lijken dan ook niet te worden beïnvloed door ouderlijke taalstimulering. Daarentegen zijn er wel significante samenhangen gevonden tussen de scores op de taken PPVT, SASIT en MAIN en de SES van ouders. Hoe hoger de SES van ouders, hoe groter de receptieve woordenschat, narratieve vaardigheden en zinsverwerking van kinderen blijken te zijn. Vervolgonderzoek met een grotere steekproef en met gebruik van een uitgebreidere vragenlijst met een hogere interne validiteit, kan meer bruikbare informatie opleveren.