Onderzoek naar de mate van inzet van CGW-technieken door begeleiders bij jongeren met een LVB
Summary
Achtergrond: Competentie Gericht Werken (CGW) is een methodiek die de begeleider handvatten biedt om jongeren met een LVB te ondersteunen in de individuele competentievergroting. Een belangrijk onderdeel is de inzet van technieken door de begeleiding om jongeren vaardigheden aan te leren op het gebied van het ‘leven van alledag’, het versterken van gewenst gedrag door ‘feedback op adequaat gedrag’ en stopzetten van ongewenst gedrag door ‘feedback op inadequaat gedrag’. Op verzoek van de gedragswetenschapper van de onderzochte instelling wordt in dit onderzoek de mate van inzet van deze technieken in de praktijk, zoals mag worden verondersteld vanuit de theorie, onderzocht. Methode: Door middel van een vragenlijst en een observatie tijdens een groepssituatie is de inzet van achttien begeleiders onderzocht. Resultaten: De technieken gericht op ‘het leven van alledag’ worden bijna altijd ingezet, de technieken gericht op adequaat gedrag wordt 92-100% ingezet, de technieken gericht op feedback op inadequaat gedrag, 84-100%. Er blijkt geen verschil te zijn tussen de mate van inzet van technieken door de begeleiders op het gebied van ‘sekse’ en ‘opleiding’. In de zelfrapportage scoren de groepsleiders significant hoger in het ‘geven van waaroms’ en het ‘aanbieden van alternatief gedrag’ dan de senior groepsleiders. Discussie: Het werken volgens de CGW-methodiek lijkt goed geïmplementeerd in het dagelijkse werk van begeleiders in de onderzochte instelling. Gezien de kleine onderzoeksgroep is aanvullend onderzoek met meer differentiatie en participanten geboden om de uitkomsten van het onderzoek te kunnen specificeren en generaliseren.