“Hij was zo’n rustige en uiterst beschaafde man.”
Summary
In deze scriptie neem ik het boek Sonny Boy van Annetjet van der Zijl als casus voor het onderzoeken van postkoloniale representaties. Ik maak hierbij gebruik van de narratieve analysemethode. Mijn onderzoeksvraag is dan ook als volgt geformuleerd: hoe gaat de roman om met hoe Nederland tussen de jaren 1927 en 1945 reageerde op zwartheid en andere vormen van ‘anderszins’?
De in literaire vorm gegoten reconstructie van de levens van Waldemar en Rika biedt mogelijkheden voor het onderzoeksveld postkolonialisme en gender. Logischerwijs is het boek dat in 2004 uitkwam in de postkoloniale periode geschreven en beschrijft het onder andere het leven voor een Surinamer in Nederland tijdens de Surinaamse koloniale periode. De representatie van de Ander is niet beperkt tot de Surinaamse Waldemar, maar strekt zich uit naar de Hollandse Rika van der Lans. In Sonny Boy wordt duidelijk dat de Ander niet per se is voorbehouden aan (niet-blanke) etniciteit, maar dat het proces van objectivering door een groep individuen ook van toepassing is op blanke mensen.