Het cultuurimperialisme van de Verenigde Staten in Nederland. Hoe het abstract expressionisme de Nederlandse harten veroverde.
Summary
In 1958 vonden drie tentoonstellingen plaats, de Expo 58 in Brussel, de 29e Biënnale van Venetië en rondreizende tentoonstelling The New American Painting. In deze tentoonstellingen is op verschillende manieren de Amerikaanse kunst en cultuur, en in het bijzonder het abstract expressionisme, aan het Europees publiek getoond. Het jaar 1958 bevindt zich midden in de Koude Oorlog, die gekenmerkt wordt door de spanningen tussen het liberaal-kapitalistische Amerika en socialistisch-communistische Sovjet Unie. Met zowel politieke, financiële als culturele middelen poogde Amerika de harten van de Europeanen te winnen. In deze scriptie is het cultuurimperialistische beleid van de Verenigde Staten voor de Expo ’58, de 29e Biënnale van Venetië en The New American Painting onderzocht. Om te meten in hoeverre het beleid invloed heeft gehad, is gekeken naar het nog weinig onder de loep genomen Nederland, naar de aankopen door Nederlandse musea en de receptie van Amerikaanse kunst in Nederland. Gebleken is dat het cultuurimperialisme van de Verenigde Staten, in de vorm van de Expo ’58, de 29e Biënnale van Venetië en The New American Painting, in 1958 meer invloed heeft gehad op de aankoop van Amerikaanse kunst in Nederland dan op de waardering ervan door het Nederlandse publiek.