De Verschillen in Risico- en Protectieve Factoren tussen Poliklinische Cliënten en Forensic Flexible Assertive Community Treatment Cliënten
Summary
Samenvatting
Forensic Flexible Assertive Community Treatment (ForFACT) is ambulante en intensieve behandeling voor daders met ernstige psychische problemen, die niet in staat zijn om te profiteren van de reguliere forensische psychiatrische zorg. Ter indicatie van ForFACT vindt er een afweging plaats op basis van klinisch oordeel, aan de hand van toelatingscriteria. Onderzoek naar specifieke risicofactoren binnen de ForFACT cliëntpopulatie is gering en onderzoek naar de protectieve factoren is nog niet eerder uitgevoerd. Het is dan ook noodzakelijk om deze factoren verder te onderzoeken om ForFACT op een gestandaardiseerde manier te kunnen indiceren.
Huidig onderzoek streeft er naar om meer inzicht te krijgen in de specifieke risicofactoren die aanwezig zijn bij de ForFACT cliëntpopulatie, in vergelijking met een reguliere poliklinische cliëntpopulatie. Zowel de risico-, als de protectieve factoren zijn onderzocht met behulp van de Short-Term Assessment of Risk and Treatability (START); een risicotaxatie-instrument. Deze is afgenomen bij 152 cliënten van De Waag, centrum voor forensische ambulante behandeling. 76 ForFACT cliënten zijn gekoppeld aan 76 poliklinische cliënten. Deze koppeling vond plaats op basis van geslacht, leeftijd, type delict, primaire diagnose en burgerlijke staat.
Na vergelijking van de groepen blijkt dat ForFACT cliënten een verhoogd risico hebben op de volgende gebieden: - psychische stoornis, - zelfverzorging, - werk en opleiding, - middelengebruik, - externe invloeden, - materiële middelen, - overeenstemming over regels, - plannen en - copingvaardigheden. Poliklinische cliënten beschikken over meer protectieve eigenschappen op het gebied van - sociale vaardigheden, - werk en opleiding en - zelfverzorging. Deze factoren dienen centraal te staan bij de indicatiestelling voor ForFACT. De START heeft een onderscheidend vermogen voor de meeste toelatingscriteria. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of de START in de toekomst in de praktijk gebruikt kan worden om de indicatiestelling van ForFACT te standaardiseren.