View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Het Effect van ‘de Werkwijze Stevig Bestaan’ op de Hechtingsrelatie en Opvoedbelasting van Vroegtijdig Chronisch Getraumatiseerde Jeugdigen

        Thumbnail
        View/Open
        Masterthesis Boesten, IA- 3952894.pdf (298.0Kb)
        Publication date
        2016
        Author
        Boesten, I.A.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Doel In de huidige studie is onderzocht of de op de stabilisatiemethode van Struik gebaseerde werkwijze Stevig Bestaan, een positief effect heeft op de hechtingsrelatie en door ouders ervaren opvoedbelasting van kinderen met een vroegtijdig en chronisch trauma. Volgens de stabilisatiemethode is het belangrijk om vroegtijdig, chronisch getraumatiseerd kind te stabiliseren, voordat traumabehandeling plaats kan vinden. Methode De steekproef bestond uit 16 jeugdigen in de leeftijd van vijf tot 16 jaar, M ¬= 10.36, SD = 3.43. Alle jeugdigen ontvingen zorg bij een in Brabant gevestigde jeugdhulpverleningsinstelling, Juzt. Er was sprake van een quasi-experimenteel onderzoeksdesign, wat inhoudt dat een voor- en nameting plaatsvond bij een experimentele en controlegroep. De experimentele groep ontving behandeling volgens de werkwijze Stevig Bestaan, de controlegroep ontving ‘care as usual’. Problemen in de hechtingsrelatie tussen opvoeder en kind is gemeten met de AISI en de GIH. Opvoedbelasting bij opvoeders is gemeten met de OBVL. Resultaten De werkwijze Stevig Bestaan heeft geen positief effect laten zien op de hechtingsrelatie tussen opvoeder en kind. Problematische opvoedcompetentie en totale opvoedbelasting bleken over beide groepen te zijn afgenomen. Echter werd er geen verschil gevonden tussen de experimentele en controlegroep. Een interactie-effect is voor beide variabelen niet gevonden. Conclusie Door de kleine steekproef waren er maar weinig significante resultaten zichtbaar en zijn de resultaten voorlopig te interpreteren als weinig betrouwbaar. In toekomstig onderzoek is het van belang om de steekproef te vergroten, zodat de betrouwbaarheid en validiteit groter zijn.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/22231
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo