De voorspellende waarde van lidwoorden: Een eye-tracking onderzoek bij Nederlandse kinderen van 6 en 7 jaar en volwassenen
Summary
Bij alle Nederlandse zelfstandige naamwoorden is er sprake van een grammaticaal geslacht met een bijbehorend geslachtsbepaald lidwoord. Bij het Nederlands wordt gebruik gemaakt van het gemeenschappelijke geslacht en het onzijdige geslacht. Voormalig onderzoek toont aan dat in landen waar sprake is van een geslachtssysteem zowel eentalige kinderen als volwassenen gebruik maken van lidwoorden om het zelfstandig naamwoord te voorspellen. Bij deze studie is gebruik gemaakt van een eye-tracking procedure om te onderzoeken of 21 Nederlandse kinderen (6-7 jaar) en 20 volwassenen in staat zijn zelfstandige naamwoorden te voorspellen op basis van lidwoorden. Daarnaast is onderzocht of er een verband bestaat tussen de receptieve woordenschat en het voorspellen van zelfstandige naamwoorden op basis van lidwoorden. De receptieve woordenschat is gemeten middels de Peabody Picture Vocabulary Test Thirth Edition (Dunn en Dunn, 2005).
Gedurende de eye-tracking procedure werden op een computerscherm twee afbeeldingen met objecten getoond, terwijl een korte Nederlandse zin werd uitgesproken. Eén van de afbeeldingen diende als doelobject, terwijl de andere afbeelding diende als afleider. De resultaten wijzen uit dat zowel Nederlandse kinderen als volwassenen meer kijken naar het doelobject wanneer de lidwoorden van de objecten van elkaar verschillen dan als deze hetzelfde zijn. Dit betekent dat beide groepen gebruik maken van het lidwoord om zelfstandige naamwoorden te voorspellen. Daarnaast blijkt er voor de kinderen geen verband te bestaan tussen de receptieve woordenschat en het voorspellen van zelfstandige naamwoorden op basis van lidwoorden. In vervolgonderzoek is het advies om een meer diverse en grotere steekproef te hanteren.