Organisatorische krimp; last of lust?
Hoe publieke managers omgaan met organisatorische krimp

dc.rights.license	CC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisor	Trappenburg, M.J.
dc.contributor.advisor	Noordegraaf, M.
dc.contributor.author	Loonen, A.E.P.
dc.date.accessioned	2015-12-17T18:00:41Z
dc.date.available	2015-12-17T18:00:41Z
dc.date.issued	2015
dc.identifier.uri	https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/21511
dc.description.abstract	Als onderdeel van de transitie in de zorg, werden per 1 januari 2015 de Wmo 2015 en Participatiewet ingevoerd. De gevolgen hiervan zijn sterk voelbaar voor onder anderen verzorgingshuizen en sociale werkplaatsen in de vorm van een daling in het aantal nieuwe cliënten waardoor de organisatie krimpt. In deze scriptie is middels semi-gestructureerde interviews onderzocht hoe publieke managers van deze organisaties omgaan met organisatorische krimp. Hierin wordt vastgesteld van welk type organisatorische krimp sprake is, welk type publieke manager een dergelijke organisatie leidt en ten slotte wordt er onderscheid gemaakt tussen coping op functie gerelateerd en persoonlijk gebied.
dc.description.sponsorship	Utrecht University
dc.format.extent	1420141
dc.format.mimetype	application/pdf
dc.language.iso	nl
dc.title	Organisatorische krimp; last of lust? Hoe publieke managers omgaan met organisatorische krimp
dc.type.content	Master Thesis
dc.rights.accessrights	Open Access
dc.subject.keywords	Organisatorische krimp; publieke manager; coping; transitie zorg; verzorgingshuis; sociale werkplaats
dc.subject.courseuu	Publiek management