L2-motivatie in het Nederlandse tweetalig onderwijs: Een onderzoek naar leerlingmotivatie voor het leren van Engels en Frans in het Nederlandse tto.
Summary
In de afgelopen decennia is in de vorm van de CLIL-didactiek een nieuwe methode van onderwijs ontwikkeld. CLIL staat voor ‘Content and Language Integrated Learning’ en dat houdt in dat een aanzienlijk deel van de vakken in een vreemde taal gegeven wordt. In het voortgezet onderwijs is het tweetalig onderwijs (tto) de Nederlandse variant hiervan. Onderzoek toont aan dat leerlingen die een dergelijke onderwijsstroom volgen over het algemeen gemotiveerder zijn dan leerlingen die dat niet doen. Wanneer gekeken wordt naar motivatie in een tto-context, dan ligt het voor de hand om de focus te leggen op de motivatie voor het leren van een tweede taal (L2). Motivatie is een zwaarwegende factor als voorspeller van succes bij het verwerven van een tweede taal. Recent onderzoek naar L2-motivatie van CLIL- en tto-leerlingen laat zien dat deze leerlingen gemotiveerder zijn voor het leren van de tweede instructietaal wanneer ze worden vergeleken met kinderen uit een reguliere, Nederlandstalige onderwijsstroom (nto). Dit heeft geleid tot de conclusie dat deze leerlingen over het algemeen een hogere L2-motivatie hebben.
Deze scriptie toetst deze conclusie door onderzoek naar L2-motivatie voor zowel het Engels als het Frans bij tto- en nto-leerlingen in de eerste en derde klas. Dit is gedaan door het verspreiden van een vragenlijst naar L2-motivatie op twee tto-scholen voor zowel tto- als nto-leerlingen. Het onderzoek toont aan dat de beide groepen gemotiveerder zijn voor het Engels dan voor het Frans. Bij het vergelijken van de twee groepen blijkt dat tto-leerlingen gemotiveerder zijn voor het Engels, de tweede instructietaal, maar niet voor het Frans. Een nadere kijk op de L2-motivatie voor het Frans laat echter een interactie-effect zien tussen het onderwijstype en de klas. In de eerste klas zijn de nto-leerlingen gemotiveerder voor het Frans en in de derde klas blijkt dit juist voor de tto-leerlingen te gelden. Dit is gekenmerkt als een opmerkelijke contrast, welke inzicht biedt in de invloed van onderwijstype op de L2-motivatie van leerlingen.