Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorPhilip, W.C.H.
dc.contributor.authorHuisman, A.
dc.date.accessioned2012-09-07T17:01:16Z
dc.date.available2012-09-07
dc.date.available2012-09-07T17:01:16Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/21399
dc.description.abstractIn deze scriptie wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de interpretatie door kleuters van zinnen waarin zowel een kwantor als negatie voorkomen. Uit Krämer (2000) blijkt dat kinderen moeite hebben om een gekwantificeerd indefiniet direct object in hoge positie specifiek te interpreteren. In Krämers onderzoek wordt de kwantor EEN gebruikt. In deze scriptie worden drie verschillende kwantoren onderzocht: EEN, ÉÉN en EEN PAAR. Kinderen blijken op EEN-zinnen inderdaad laag te scoren. Bij ÉÉN-zinnen en EEN PAAR-zinnen hebben ze echter geen enkele moeite om specifiek te interpreteren. Dit wijst erop dat de oorzaak van de problemen niet zozeer ligt in de interpretatie van hoge indefinieten, maar meer in het gebruik van de kwantor EEN. Betoogd wordt dat de resultaten uit Krämer (2000) het gevolg zijn van een experimenteel artefact.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent15220976 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe interpretatie van enkele kwantor-negatiezinnen door taalverwervende kinderen
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordshoge indefinieten, lage indefinieten, (non-)isomorfe interpretatie, kwantoren, negatie, eerste taalverwerving
dc.subject.courseuuTaal, Mens en Maatschappij


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record