‘Schatkist Met tweehonderd afbeeldingen Van Voorname Nederlansche digteren’. Onderzoek naar de waardering van jonge auteurs in het Panpoëticon Batavûm
Summary
In dit eindwerkstuk is onderzocht in hoeverre literaire werken van jonge auteurs in de vroegmoderne tijd door tijdgenoten werden gewaardeerd. Als casus diende het Panpoëticon Batavûm, een bron bij uitstek van auteurs en geleerden uit de zestiende tot en met het begin van de achttiende eeuw. Dit lof- en leerdicht verscheen in 1720 van de hand van apotheker en dichter Lambert Bidloo. Aan de hand van systematisch en tekstgericht onderzoek is vastgesteld of Bidloo waardering heeft voor de jonge debutanten die in het Panpoëticon Batavûm worden besproken en of zij door Bidloo als navolgenswaardig voorbeeld voor andere jonge dichters worden neergezet. Systematisch onderzoek liet allereerst zien dat jonge debutanten, auteurs onder de 27 jaar, een grote kans hadden om in Bidloo’s gedicht te worden opgenomen. Zo bevinden zich onder de zesenzestig auteurs die Bidloo behandelt maar liefst negenendertig jong gedebuteerde auteurs. Vijfentachtig procent van de jonge debutanten werd bovendien door Bidloo enthousiast ontvangen. Een grondige analyse van tien auteurs heeft echter uitgewezen dat Bidloo deze jonge dichters niet per definitie meer waardeerde dan oudere debutanten. Hetgeen Bidloo waardeert aan poëzie verbindt hij niet met leeftijd: zowel jong als oud wordt voor hun geleerdheid, vindingrijkheid en zedigheid geprezen of omwille van hun losbandige verzen bekritiseerd.