Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBaumgartner, C.
dc.contributor.authorHuijgen, S.C.
dc.date.accessioned2015-08-05T17:01:32Z
dc.date.available2015-08-05T17:01:32Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/20847
dc.description.abstractHet recht op godsdienstvrijheid is één van de basis mensenrechten en komt voor in ongeveer alle internationale verdragen en grondwetten. De rechtvaardiging voor het bestaan van dit recht ligt voor de hand: elk persoon zou vrij moeten zijn om zijn of haar religie te kunnen belijden, onder andere vanwege het feit dat religie een kwetsbaar onderdeel is van iemands identiteit. Maar het recht op vrijheid van godsdienst wordt altijd genoemd in combinatie met de vrijheid van gedachte en geweten. Zo ook in artikel 9 van het Europese Verdrag van de Rechten van de mens: “Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften.” (EVRM 1950). Het feit dat godsdienst nog apart genoemd wordt naast gedachten en geweten in artikel 9, maar ook in artikel 18 van de Universele Verklaring, brengt implicaties met zich mee die geproblematiseerd worden in deze scriptie. Dit zal gebeuren aan de hand van literatuur van religiewetenschappen, filosofie en rechten. Het apart noemen van godsdienst kan bijvoorbeeld problemen veroorzaken in de maatschappij doordat religieuze mensen een speciale plek lijken te hebben veroverd in het wettensysteem. Een concreet voorbeeld hiervan is dat religieuze mensen een hoofddeksel mogen dragen op foto’s van officiële documenten als uiting van hun religie, maar iemand van een onreligieuze overtuiging niet. Waarop wordt dit onderscheid gebaseerd? Wat is er zo speciaal aan religie? Het apart noemen van godsdienst in artikel 9 heeft als gevolg dat religie een speciale positie heeft verworven in de maatschappij en in deze scriptie wordt gezocht naar een rechtvaardiging hiervoor. Vervolgens zal worden overwogen of een algemenere formulering van artikel 9, zoals vrijheid van gedachte en geweten, zou kunnen volstaan voor het vrij kunnen belijden van religie zonder dat het een speciale behandeling tot gevolg heeft.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1058940
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleHet recht op godsdienstvrijheid in artikel 9 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens: Een onderzoek naar het apart noemen van ‘godsdienst’ in artikel 9 en wat dat impliceert
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsgodsdienstvrijheid, EVRM, mensenrechten, religie
dc.subject.courseuuLiberal Arts and Sciences


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record