Betrouwbaarheid en Validiteit van een Productieve en Receptieve Woordenschattest voor Jonge Tweedetaalverwervers

Abstract

In de huidige studie zijn de betrouwbaarheid en validiteit van een productieve en een receptieve woordenschattest onderzocht. Deze testen zullen gebruikt worden om het effect van een nieuwe aanpak van het woordenschatonderwijs voor tweedetaalverwervers, genaamd ‘Total Physcial Response’ (TPR), te onderzoeken. Aan het onderzoek hebben 47 vierjarige tweedetaalverwervers deelgenomen. De kwaliteit van de afzonderlijke items is onderzocht aan de hand van de item-restcorrelaties en de moeilijkheidsgraden van de items. De betrouwbaarheid van de testen is geschat met behulp van Guttman’s lambda2. De passieve woordenschattaak van de ‘Taaltoets Alle Kinderen’ is afgenomen om de begripsvaliditeit te onderzoeken. Zowel de scores op de productieve woordenschattest (r =.78) als de scores op de receptieve woordenschattest (r= .71) correleren sterk met de scores op de passieve woordenschattaak. Beide testen hebben ook een goede betrouwbaarheid, respectievelijk .86 en .88. De testen correleren ook sterk met elkaar (r= .78). De testen zijn betrouwbaar en valide in het meten van de woordenschat van jonge tweedetaalverwervers. Niet alle items hebben voldaan aan de eisen die zijn gesteld aan de kwaliteit van de items. Echter het behouden van deze items heeft geen negatieve invloed op de kwaliteit van de gehele woordenschattesten. De afname van de productieve woordenschattest kan stressvol zijn voor kinderen met een beperkte woordenschat, omdat deze test erg moeilijk is. Hierdoor is de test mogelijk minder bruikbaar in de beginfase van de interventie bij het effectiviteitsonderzoek naar TPR.