Internaliserende Gedragsproblemen bij Jongeren: De Relatie met Self-concealment en het Hebben van een Persoonlijk Geheim
Summary
Geheimen worden al een lange tijd in verband gebracht met verschillende negatieve gevolgen. Zo heeft men onderzocht dat het hebben van een persoonlijk geheim kan leiden tot internaliserende gedragsproblemen. Recent onderzoek wijst echter uit dat niet het hebben van een persoonlijk geheim de grote voorspeller is van het ontwikkelen van internaliserende problemen, maar de mate van self-concealment (de aanleg om geheimen te bewaren).
Het doel van deze studie is inzicht verkrijgen in de relatie tussen selfconcealment, het hebben van een persoonlijk geheim en internaliserende gedragsproblemen. De data is afkomstig uit een onderzoek naar geheimen (N=790), waar adolescenten een vragenlijst hebben ingevuld. In deze vragenlijst is de Self-Concealment Scale (SCS) opgenomen om de mate van self-concealment te bepalen. De SCS is binnen deze studie iets aangepast. Uit de resultaten van deze studie blijkt dat self-concealment van een grotere waarde is, dan het hebben van een persoonlijk geheim in de voorspelling van internaliserende problematieken. Beide voorspellen internaliserende gedragsproblemen, maar als self-concealment en een persoonlijk geheim samen worden meegnomen is persoonlijk geheim in een aantal gevallen niet meer significant. Bovendien blijft een interactie-effect uit tussen self-concealment en een persoonlijk geheim.