Moeders Doen Ertoe
Summary
Het primaire doel van deze studie is het onderzoeken of de effecten van opleiding van moeders en vaders verschilt voor zonen en dochters in Nederland. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen autochtonen en niet-Westerse allochtonen. Aan de hand van modellen, zoals vormgegeven in ‘Do Mothers Matter?’ Korupp, Ganzeboom en Van Der Lippe (2002), worden diverse methoden gebruikt om deze effecten te meten. Data worden gebruikt van het LISS panel en het LISS immigrant panel. Het ‘Modified Dominance Model’, dat onderscheid maakt in het effect van hoogst/laagst opgeleide ouder, verklaart de intergenerationele opleidingsoverdracht het best. Er worden verschillende effecten gevonden voor zonen en dochters. Het effect van opleiding van moeders op de opleiding van dochters is groter dan het effect van opleiding van vaders op de opleiding van dochters. De opleiding van vaders hebben het grootste effect op de opleiding van zonen. Voor niet-Westerse allochtonen zijn de effecten van de opleiding van moeders groter dan het effect van opleiding van vaders, ongeacht het geslacht van het kind.